Centrale banken gaan voorlopig door met renteverhogingen
Dat de Europese Centrale Bank (ECB) deze week de rente verder zal verhogen, staat wel vast. De vraag is alleen met hoeveel: 0,5 procentpunt erbij of een forsere sprong van 0,75?
De inflatie woekert voort. De jongste cijfers duiden bepaald niet op een omslag. In Nederland versnelde het tempo in augustus zelfs tot een niet eerder vertoond niveau. Het leven is nu gemiddeld 12 procent duurder dan een jaar geleden. In de eurozone als geheel, waarop de ECB zijn beleid baseert, bedroeg de stijging 9,1 procent.
Werk aan de winkel voor de centrale banken. Zij hebben immers als taak prijsstabiliteit te waarborgen en daarmee de koopkracht van de burger te beschermen. Hun geloofwaardigheid raakt in het geding.
In de Verenigde Staten begon de Federal Reserve (Fed), de evenknie van de ECB, al in maart met het aantrekken van de teugels. In vier stappen, waarvan twee van 0,75, is de beleidsrente er inmiddels met in totaal 2,25 procentpunt naar boven bijgesteld. De ECB hobbelt achteraan. De monetaire bestuurders in Frankfurt kwamen pas in juli in actie, met een aanpassing van 0,5 procentpunt. Donderdag vergaderen zij weer en na afloop licht president Christine Lagarde het besluit toe.
Krachtdadig
Vorige maand waren de chefs van de belangrijke centrale banken in de wereld bijeen voor hun jaarlijkse ontmoeting in het Amerikaanse Jackson Hole. Fed-voorzitter Jerome Powell gaf daar aan dat verdere renteverhogingen noodzakelijk blijven om de inflatie te beteugelen. Isabel Schnabel, directielid van de ECB, benadrukte een dag later dat er kosten verbonden zijn aan een te voorzichtige aanpak: „Centrale banken moeten krachtdadig handelen om te voorkomen dat mensen de langetermijnstabiliteit van ons geld in twijfel beginnen te trekken.” In het laatste geval zijn later nog zwaardere ingrepen nodig.
President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB), die in Frankfurt meepraat en meebeslist over de koers van de ECB, hintte kortgeleden op een stap deze week van 0,75 procentpunt. De laatste en enige keer dat in de eurozone tot een maatregel van die omvang werd besloten, was in 1999. „Het inflatieprobleem is zo groot dat ik denk dat het onze opdracht is om elke zes weken de rente te verhogen totdat het beeld stabiliseert rond de 2 procent”, aldus Knot.
Van een hogere rente mogen we niet onmiddellijk resultaat verwachten. Het zet –dat is althans de bedoeling– een ontwikkeling in gang: lenen wordt duurder, wat de bestedingen en dus de vraag naar producten afremt, met als gevolg neerwaartse druk op de prijzen. Dat proces heeft echter tijd nodig, meestal gaat men uit van zo’n anderhalf jaar. Ondertussen dienen de centrale banken wel uit te stralen dat het hun menens is, om daarmee de kans op steeds hogere inflatieverwachtingen in de samenleving, die neerslaan in lonen en prijzen, te verkleinen.
Een straffe aanpak vergroot het risico dat de economie in een recessie belandt. Maar het lijkt erop dat de centrale banken voorlopig voorrang geven aan de inflatiebestrijding. En zo hoort het ook, want dat is hun voornaamste taak.