Officier van justitie P. Groenhuis meldde tijdens de zitting dat justitie begin 1998 op de hoogte werd gebracht van het aanbod van kinderporno via Nederlandse websites. Ook werd er om „Nederlandse schoolmeisjes tussen 14 en 20 jaar” gevraagd. De meisjes konden zich via een e-mailadres, toebehorend aan M. L. uit het Noord-Hollandse Bergen, aanmelden.

Voor het downloaden van afbeeldingen moest betaald worden met een creditcard. Om zicht te krijgen op de organisatie achter de websites gaf het ministerie opdracht enkele aankopen te doen. Vervolgens kon achterhaald worden waar het geld terechtkwam. Dat bleek op een bankrekening in Luxemburg te zijn. Die rekening stond op naam van L. en A. V. uit Wervershoof.

Volgens officier Groenhuis heeft justitie in deze zaak voor het eerst gebruikgemaakt van de mogelijkheid internetverkeer van verdachten af te tappen. Het lezen van deze gegevens leverde de politie Haaglanden, die het onderzoek leidde, echter grote problemen op. Alleen tekst kon leesbaar worden gemaakt, de afbeeldingen niet.

Voor de Alkmaarse rechtbank stonden woensdag vijf van de zes verdachten terecht in deze zaak. Zij worden verdacht van verspreiding van kinderporno. De officier van justitie eiste straffen tegen hen tot twaalf maanden voorwaardelijk en 240 uur dienstverlening. Hoofdverdachte W. de G. uit Bergen stond vandaag terecht. Hij wordt ook verdacht van vervaardiging van kinderporno.

De officier gaf aan dat het door de verdachten verdiende geld met de handel zal worden teruggevorderd. Het onderzoek naar de winsten loopt nog, omdat dit ten dele door de Amerikaanse FBI wordt uitgevoerd. De betalingen via de websites liepen namelijk via Amerika. De FBI moet uitzoeken om welke bedragen het precies gaat.