NRC-columniste Rosanne Hertzberger bij PThU: Theoloog, deel je kennis gul
Kerken krimpen, maar de theologie wordt steeds relevanter. Dat beeld schetste dr. Rosanne Hertzberger dinsdag in Utrecht. „De samenleving loopt steeds vaker met vragen rond waar theologen een antwoord op kunnen geven.”
Hertzberger, columniste bij NRC, sprak dinsdag in de Nicolaïkerk in Utrecht bij de opening van het academisch jaar van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Als „buitenstaander”, zoals ze zich nadrukkelijk bestempelde, zag ze alle reden voor theologen om zelfvertrouwen te hebben.
Ze gaf aan dat er vaak met een bepaalde blik naar theologen is gekeken, waarbij onder meer de kritiek klonk „dat theologie met name beoefend wordt door mensen met weinig distantie tot het geloof.” Daarom zou het hen aan „kritisch denkvermogen” ontbreken. Overigens is de aanwezigheid van distantie in andere vakgebieden „natuurlijk flauwekul”, aldus Hertzberger.
Ook zouden theologen hun opvattingen te weinig staven met data. Intussen doen wetenschappers binnen de zogeheten positieve psychologie onderzoek naar „de heilzame effecten van dankbaarheid.” Hertzberger stelde zich voor dat er theologen zijn die zich „daarbij de haren uit het hoofd trekken: Wij hebben ook nog wel wat dankbaarheidsspreuken in de aanbieding.” Ze wees ook op een ochtendritueel in het Jodendom, „waarin je benadrukt waar je allemaal dankbaar voor bent.”
De columniste, zelf Joods, ziet in de huidige samenleving honger naar „heiligheid en betekenis.” „Mensen zijn op zoek naar gemeenschap, naar samen-zijn. Mensen zijn op zoek naar rituelen, naar een manier om goed te doen, om te helpen, en vragen dingen aan het universum.”
Schatkist
De antwoorden op vele vragen liggen, aldus Hertzberger, „voor het oprapen in gebedshuizen zoals deze. En toch leggen onze gebeden het af tegen de positieve psychologie. Dat komt onder meer omdat die data heeft, een van de weinige heiligdommen van deze tijd.”
Hertzberger wees erop dat vakgebieden zoals psychologie en sociologie intussen zoeken naar een nieuwe manier van onderzoek, „zoals kijken, observeren, in plaats van altijd maar meten. Kwaliteit in plaats van kwantiteit.”
„Jullie bewaren de schatkist van het christendom”, zo hield de NRC-columniste de theologen en theologiestudenten voor. „De theologie, de kerk, de christelijke instituten zitten niet in de ”winning seat” qua aantallen”, merkte ze op. Ze zei dat terugloop in het aantal kerkgangers en afwijzing vanuit de samenleving „iets met je doet; dat is wetenschappelijk bewezen.”
Toch zei Hertzberger „een positieve boodschap” te hebben. Ze is er ervan overtuigd dat er veel reden is voor vertrouwen, kijkend naar zowel de inhoud als de praktische betekenis van de theologie. Daarbij wees ze er onder meer op „dat veel huishoudens nog steeds een Bijbel in huis hebben” en dat „elk gehucht wel een Bijbelkring heeft waar teksten worden bestudeerd, gecombineerd met hulp en aandacht voor de medemensen.”
Hertzberger sprak de hoop uit dat de theologen „de samenleving vol vertrouwen tegemoet treden. Jullie kennis en inzichten moeten jullie gul delen. Blijf vooral jezelf, doe eenvoudig je ding.”
Opdracht
Prof. dr. Maarten Wisse, rector van de PThU, wierp in zijn lezing ”Waar theologie ons brengt” de stelling op: Theologie ontspringt bij het zelfkritische bewustzijn van geloofsgemeenschappen. „Daarom zijn wij er dus, omdat gelovigen zelf weten dat hun geloof niet draait om wat zij prettig vinden, maar om wat hun genoegen, waarneming en hun inbeelding ver te boven gaat. Daarom komen nog altijd miljoenen in dit land regelmatig naar een kerk om een preek te horen, een Bijbelkring te houden of aan een leerhuis mee te doen. Omdat ze hun geloof willen verdiepen en vernieuwen.”
Christelijke theologie is er gekomen, aldus Wisse, „omdat geloofsgemeenschappen ernaar verlangen om hun geloof te verdiepen en zelfs te (laten) corrigeren.” Hij zag het als opdracht om „voldoende met de geloofsgemeenschappen verbonden te zijn om het kritische en opbouwende gesprek effectief te kunnen voeren.”
Vanuit het „zelfkritisch bewustzijn van geloofsgemeenschappen is de theologie verbonden met het zelfkritisch bewustzijn van de samenleving.” Hier ligt ook een gevaar, aldus Wisse. Als de theologie „zich verliest in de oriëntatie op de samenleving en daardoor de verbinding met de geloofsgemeenschap verliest, droogt de bron op.”
Moet de theologie niet juist op de seculiere samenleving gericht zijn om vandaaruit de kerk, voor zover mogelijk, bij de tijd te brengen, vroeg de rector zich af. „Nee, ik denk van niet, en de reden is dat geloof, kerk en theologie de samenleving des te meer te bieden hebben als ze de kern van de christelijke traditie steeds opnieuw ontdekken en voor nieuwe generaties ontsluiten.”
Kerk 2040
Omdat prof. dr. Benno van den Toren niet aanwezig kon zijn, lanceerde Wisse ”Kerk 2040”, waarin de PThU samenwerkt met de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Onderdeel hiervan is onder meer een project rondom jongeren en geloven dat verder wordt uitgebouwd en aangevuld met „projecten rondom veerkrachtige vormen van kerkzijn en vitale roeping.”
In een reactie benadrukte ds. Marco Batenburg, preses van de generale synode van de PKN, dat de kerk „grondig theologisch onderzoek nodig heeft om vitale en toekomstgerichte kerk te kunnen zijn. We kunnen niet zonder goede theologie.”
PThU-studente en Jonge theoloog des Vaderlands Tabitha van Krimpen ging in de zelfgekozen rol van nar in op de betekenis van de theologie. „Echte theologie ontregelt, zet alles op losse schroeven en geeft inzichten waarvan je eigenlijk liever wegkijkt.” Ze zei dat kerk en theologie vaak ten onder gaan aan „gezapigheid, en daar zijn wij allen schuldig aan. Dus word wakker.”
De PThU, die predikanten opleidt voor de PKN, is nu nog gevestigd in Amsterdam en Groningen, maar zal in 2024 naar Utrecht verhuizen. Volgens de meest recente cijfers telt de universiteit dit seizoen 268 studenten, onder wie enkele buitenlandse studenten.