„Ik kon alleen maar toekijken toen mijn zoon om hulp schreeuwde”
Toen het kinderlichaampje te voorschijn kwam, werd het gedempte geroezemoes in het donkere mortuarium doorbroken door een schrille kreet. „Mijn zoon, mijn koning”, huilt Venkatesh. Zijn schouders schokken.
Duizenden kilometers verderop in Indonesië zoekt boer Yusya Yusman, verdoofd door angst, op het strand naar de lichamen van zijn twee kinderen, die worden vermist sinds de rampvloed van zondag. „Mijn leven is voorbij”, zegt hij, zonder zichtbare emotie.
De 41-jarige Absah uit Bandah Atjeh, de hoofdstad van het zwaar getroffen Atjeh, is elf van haar kinderen kwijt. „Waar zijn ze? Waarom moest mij dit overkomen? Ik ben alles kwijt.”
De Maleisische Rosita Wan zag voor haar ogen hoe haar 5-jarige zoontje door de golven werd verzwolgen. Het jochie was voor de kust aan het zwemmen toen de vloedgolven het strand bereikten. „Ik kon alleen maar toekijken toen mijn zoon om hulp schreeuwde. Toen verdween hij onder water. Ik heb hem niet meer teruggezien.”
Van India tot Sri Lanka - overal zijn vooral veel kinderen het slachtoffer geworden van de verwoestende tsunami’s, volgend op een extreem zware aardbeving voor de kust van Sumatra. Vele duizenden kinderen zijn omgekomen.
„De kracht van deze beving en haar enorme geografische bereik zijn werkelijk verbijsterend”, zegt Carol Bellamy, de directeur van Unicef. En het gevaar is nog niet geweken. Honderdduizenden kinderen die de tsunami in de kustgebieden overleefden, dreigen de komende tijd ernstig in de problemen te raken, zegt ze.
Volgens het VN-kinderfonds was circa eenderde van alle doden van de natuurramp nog kind, wat bij het huidige dodental van circa 23.000 neer zou komen op bijna 8000 omgekomen kinderen. Getroffen dorpen en steden lijden een dubbel verlies, zegt Alfred Ironside van Unicef in New York: niet alleen zijn er veel dode kinderen, ook zijn veel kinderen wees geworden. „Onze grootste zorg op dit moment is ervoor te zorgen dat de kinderen die de tsunami hebben overleefd, ook de nasleep ervan overleven. Kinderen zijn het allerkwetsbaarst voor ziektes en het gebrek aan goede voeding en water.”
Kinderen maken in Azië de helft van de bevolking uit. Veel arme kinderen werken met hun ouders in de visserij of in de visverwerkende industrie in kustgebieden. De kans is groot dat er ook veel rijkere kinderen zijn omgekomen. Zij gaan op zondagochtend vaak naar het strand voor een wandeling of een picknick.
In Sri Lanka, waar de meeste doden vielen, snelden duizenden kinderen naar het strand toen ze hoorden dat er die ochtend grotere golven dan anders te zien waren. Vanwege die golven en daarna het vreemde, snelle terugtrekken van het water, lagen de vissen voor het oprapen. Dat de hoge golfslag een voorbode vormde voor een verwoestende vloedgolf, realiseerden ze zich pas toen het al te laat was.
„Ze konden geen kant op”, zegt politieagent Rienzie Perera. Onder de minstens 12.000 doden in Sri Lanka zijn 6000 kinderen, zegt hij.
Ook in de kuststad Cuddalore in de Indiase deelstaat Tamil Nadu, is een op de twee doden een kind. In totaal verdronken er bijna 400 mensen. Volgens de hindoetraditie worden de kinderen niet gecremeerd, zoals volwassenen, maar begraven. Twee diepe kuilen, samen zo groot als een tennisbaan, moeten toereikend zijn.
Van een persoonlijk vaarwel voor de doden is onder deze omstandigheden geen sprake. Een echtpaar legt zijn dochter in een van de kuilen, waarna een bulldozer zand over het meisje werkt. Direct volgt een ander echtpaar, en zo wachten er nog meer ouders met een kind of met kinderen die ten grave gedragen moeten worden. De meeste kinderen, tussen de 5 en 12 jaar oud, worden begraven in de zondagse kleren die ze droegen op het moment van de ramp, zonder de gebruikelijke lijkwade.
De autoriteiten maken expres voort met de begrafenissen. Ze willen hun aandacht vooral besteden aan degenen die nog leven. Bovendien verkleint snel begraven de kans op het uitbreken van ziektes.
„Er komt nog wel een moment om te huilen, maar pas later. Nu heeft het onderdak bieden aan de overlevenden prioriteit”, zegt visser Akilan (28), die twee neefjes verloor.
In het mortuarium liggen de lichamen van jongens en meisjes te wachten op identificatie - en nog altijd worden er nieuwe lichamen binnengebracht. Op afspraak kunnen mensen die familieleden missen komen kijken. De meeste komen hoofdschuddend weer naar buiten, zonder hun geliefde te hebben herkend tussen de omgekomenen.
Venkatesh ziet in het mortuarium zijn 11-jarige zoon Suman terug. De 37-jarige, ontroostbare vader werkte sinds drie maanden als bouwvakker in Dubai. Toen zijn vrouw hem belde om te zeggen dat Suman sinds de vloedgolf werd vermist, stapte hij meteen op een vliegtuig. Na aankomst spoedde hij zich naar het lijkenhuis, waar zijn vrouw en dochter op hem wachtten. Een paar minuten later volgde de droeve hereniging met hun dode zoon.
„Ik ben er nooit van uitgegaan dat ik alleen maar een dood lichaam zou terugzien”, zegt de vader. Terwijl de medewerkers van het mortuarium het lichaam van Suman van een label met zijn naam voorzien en hem weer naar binnen rijden, proberen vrouw en dochter Venkatesh weg te trekken. „Hoe kan ik mijn zoon hier achterlaten?” blijft hij maar herhalen.