Amerika start met nieuwe maanmissie
Over een paar jaar moeten weer mensen op de maan rondlopen. Als eerste stap begonnen de Verenigde Staten deze maandag aan de generale repetitie: de missie Artemis I.
Een ruimtevaartuig moet in zes weken tijd naar de maan vliegen, eromheen draaien en terugkeren naar de aarde. Aan boord zijn geen mensen en er komt geen maanlanding.
De vlucht krijgt hulp uit Nederland, want de zonnepanelen komen uit Leiden. Die zorgen voor de stroomvoorziening aan boord. Ze zijn ontwikkeld en gebouwd door Airbus Nederland, dat vroeger Dutch Space heette en daarvoor Fokker Ruimtevaart. De panelen maken deel uit van de Europese ‘motorkap’ achter het Amerikaanse vooronder waar de astronauten later zitten.
Het vaartuig heet de Orion. Bij de lancering zit hij boven in de 100 meter hoge raket SLS. Die moest opstijgen vanaf Kennedy Space Center, de historische ruimtebasis bij Cape Canaveral in Florida. Het zogenoemde lanceervenster, de tijd waarin de raket kan beginnen aan de vlucht, zou maandag om 14.33 uur Nederlandse tijd opengaan en zou twee uur later sluiten. Als het niet zou lukken om te vertrekken, zijn er herkansingen op 2 en 5 september.
Neil Armstrong en Buzz Aldrin zetten in juli 1969 als eerste mensen ooit voet op de maan. Gene Cernan was in december 1972 de twaalfde en laatste Amerikaan op de maan. Ongeveer twintig jaar geleden besloot het Witte Huis dat het tijd was om opnieuw naar de maan te gaan. Met vallen en opstaan werden een nieuwe raket en een nieuw vaartuig gebouwd. De Verenigde Staten krijgen daarbij hulp van Europa en Canada.
De lancering van het ruimtevaartuig was deze maandag op meerdere plekken in Nederland live te zien. Sowieso zenden ruimtevaartorganisaties NASA (Verenigde Staten) en ESA (Europa) al hun lanceringen online uit. Het Omniversum in Den Haag toonde de lancering in zijn grote bioscoopzaal. De beelden werden geprojecteerd op de wand van de koepel, op 840 vierkante meter. In ruimtemuseum Space Expo in Noordwijk was ook een themamiddag over de vlucht naar de maan. Deskundigen van onder meer de ESA, de Nederlandse ruimtevaartorganisatie NSO en ruimtevaartbedrijf Airbus Nederland vertelden daar over hun bijdrage aan de missie, namelijk de levering van zonnepanelen.