Sif mikt op uitbreiding vanwege vraag naar grotere windmolens
Sif profiteert volop van de vraag naar extra windmolens. De maker van funderingen voor windturbines heeft al zo veel opdrachten binnen dat er in heel 2023 geen werk meer bij kan. Het Limburgse bedrijf is dan ook bezig met uitbreidingsplannen. Die zijn bovendien nodig omdat windmolens steeds groter worden met funderingen die groter zijn dan Sif ze momenteel kan bouwen.
Voor windmolenpark Dogger Bank maakt Sif zogeheten monopiles met een doorsnede van 9 meter en een gewicht van tussen de 1 miljoen en 1,4 miljoen kilo. Dat zijn de grootste producten die Sif ooit geproduceerd heeft, maar tegelijkertijd worden dat in de toekomst de kleinste monopiles die nodig zijn. De nieuwe productielijn, waarvoor Sif nog aan de financiering werkt, moet grotere monopiles mogelijk maken en in 2025 operationeel zijn.
De grote vraag komt door een versnelde overgang naar schone energie. Dat heeft te maken met de Europese klimaatdoelen die voor 2030 gehaald moeten worden, maar ook met versnelde investeringen om onafhankelijk te worden van Russisch gas. Daarnaast hebben de subsidies van de Amerikaanse regering voor groene energie ook een effect op de markt.
Door de oorlog in Oekraïne heeft Sif last van de hoge gasprijzen die op de winstmarge drukken. Ook staal is weliswaar duurder, maar de kosten daarvan berekent het Limburgse bedrijf door aan zijn klanten. Om CO2-neutraal te worden is Sif hard bezig minder gas te gaan gebruiken, wat ook goed kan zijn om extra kosten tegen te gaan.
In de eerste zes maanden daalde de omzet van Sif door minder opdrachten waarbij het bedrijf een onderaannemer was. Die omzet kwam uit op 191,3 miljoen euro, een daling van 58 miljoen euro. De nettowinst daalde naar 4,7 miljoen euro van 7,2 miljoen euro in de eerste helft van vorig jaar. De bedrijfswinst steeg echter licht.
Sif verwacht dit hele jaar iets meer te verdienen dan vorig jaar. Voor de toekomst ziet Sif het zonnig in. Er zijn zoveel aanbestedingen dat zelfs met de eigen uitbreidingsplannen en die van concurrenten er te weinig capaciteit in de branche zou kunnen blijven.