Ds. Rentier voor GB-studenten: Wees beschikbaar voor zoekende moslim
Veel moslims zijn op zoek naar Wie Jezus is, merkt ds. C. W. Rentier. Het is goed om met hen in gesprek te gaan –„niet leerstellig, maar aan de hand van het Woord van God”– en hen ook eens uit te nodigen voor een maaltijd, zei hij dinsdag in Elspeet tegen theologiestudenten.
Ds. Rentier, predikant-directeur van stichting Evangelie & Moslims, ging dinsdagmiddag tijdens de studieweek van de Gereformeerde Bond (GB) met theologiestudenten in gesprek over het werk onder moslimlandgenoten. Hij zei dat er veel veranderd sinds hij in 1994 bij de organisatie begon. In de beginperiode werd missionair werk onder moslims „getolereerd” door de kerk, als „een mooie hobby voor enkelingen. Het was iets aan de rand, waar je je als kerkenraad in je beleid en als voorganger niet mee bezig hoefde te houden.”
Tegenwoordig heeft „bijna elke kerkelijke gemeente” te maken met contacten met moslims. De predikant zei dat in de afgelopen ruim vier decennia 15.000 tot 20.000 moslims zijn gedoopt en lid geworden van een van de kerken in Nederland. „Dat is het werk van God, Die in Zijn verkiezing altijd ons vooruit gaat, mensen zoekend en ontvankelijk maakt. Maar het is wel belangrijk dat we als kerk beschikbaar zijn.”
Waarheid
Sommige moslims zijn „met grote begeerte op zoek naar Wie Jezus is”, aldus de predikant. Maar hij kent ook ex-moslims die niet op zoek waren en toch gegrepen werden door het Evangelie. Hij noemde als voorbeeld een man uit Jemen die nu bij Evangelie & Moslims werkt.
Ds. Rentier verhaalde hoe een christelijk gezin deze voormalige asielzoeker ooit opving en onderdak bood. „De Bijbel ging open bij elke maaltijd. De waarheid van het Woord begon zijn leven te beïnvloeden. Hij merkte dat het krachtiger was dan zijn verzet ertegen, dat diep geworteld was. Ook zag hij in het christelijke gezin dat het Woord dat deze mensen lazen en het leven dat ze leidden bij elkaar hoorden.”
De predikant gaf het voorbeeld als een bemoediging aan de theologiestudenten mee. „Maak je niet ongerust. Hoe fel moslims ook reageren, dat zegt niets over de vraag of ze toch niet tot geloof zouden komen. Mensen die met toewijding de islam verdedigen, kunnen met even veel toewijding de Heere Jezus gaan volgen.”
Een gesprek met moslims over „theologische hobbels” is nodig, zei de predikant, maar hij gaf ook aan dat vooral de praktijk van het christelijke leven vaak een „sterke aantrekkingskracht” op hen uitoefent. „Als je predikant bent, laat hen dan niet alleen toe in je studeerkamer, maar –als er wat groeit– laat hen ook mee-eten.”
Doop
Ds. Rentier legde de studenten enkele casussen voor, onder meer van een Syrische asielzoeker die na afloop van een pinksterdienst met een gemeentelid op de predikant af stapt. De man bedankt de voorganger voor de dienst en vraagt of hij de volgende zondag gedoopt kan worden.
Ds. Rentier wilde van de studenten weten wat er op zo’n moment door hen heen zou gaan en wat ze met de vraag zouden doen. Na een bespreking in kleine groepjes zei een van hen dat zijn eerste reactie „aarzeling of huiver” was: „Oei, hoe gaan we dat doen?” Maar even later realiseerde hij zich dat de vraag „eigenlijk fantastisch mooi” is. Een ander zei „gelijk een beetje door te willen vragen.” En een derde opperde dat er een „politiek belang” achter de vraag zou kunnen zitten van een asielzoeker die een verblijfsvergunning hoopt te krijgen.
Ds. Rentier gaf aan dat hij de asielzoeker –passend bij de oosterse cultuur– zou vastpakken en zoiets zou zeggen als: „Wat fijn dat je er bent. En wat geweldig dat je net als wij bij de Heere Jezus wilt horen.” Ook zou hij een bezoekafspraak met de man maken, „binnen drie dagen, dat hoort bij de oosterse cultuur. Er zijn vast niet veel dingen die nóg urgenter zijn dan deze afspraak op maandag, dinsdag of uiterlijk woensdag.”
Mattheüs
Het komt voor dat bij een doopvraag van een asielzoeker meespeelt dat iemand een verblijfsvergunning hoopt te krijgen, erkende de predikant. „Onze lijn is daarom om niet te snel te dopen, al kan dat anders zijn als iemand in zijn eigen land al enige tijd geleden christen is geworden maar nog niet gedoopt kon worden. Neem over het algemeen rustig de tijd.”
Een student noemde de apostolische geloofsbelijdenis als een mogelijke leidraad voor de gesprekken ter voorbereiding op de doop. Ds. Rentier zou die eerder voeren aan de hand van bijvoorbeeld het Bijbelboek Mattheüs, „zeker als de ander nog niet zo veel kennis heeft van Christus. De Bijbel is een Boek dat ze bij zich dragen en kunnen herlezen. Daar mag je zegen van verwachten.”
Een van de studenten gaf aan dat moslims soms zeggen: „We geloven in dezelfde God.” Ds. Rentier zei daarover niet met de ander in discussie te gaan. „Ik zie zo’n opmerking als een uitnodiging om over God te spreken. En dat doe ik niet leerstellig, maar aan de hand van het Woord van God. Moslims verwachten dat wij over Jezus Christus spreken. Spreek vrijmoedig goed over Hem.”
Eenzaamheid
Kun je moslims die je op straat tegenkomt zomaar aanspreken? vroeg een student die in een wijk met veel allochtonen woont. Ds. Rentier bevestigde dat. „In de oosterse cultuur nodig je jezelf bij de ander uit. Mijn vrouw doet dat soms bij Albert Heijn: „Heb je tijd, kan ik een kopje thee komen drinken?” Besef dat er veel eenzaamheid is onder migranten. Voor velen is het een geschenk uit de hemel als je echt in hen geïnteresseerd bent.”