Huisartsen boos over ‘dominante rol’ verzekeraars in zorgakkoord
Huisartsen zijn niet te spreken over de „hele stevige en dominante rol” die verzekeraars in hun ogen krijgen toebedeeld in het concept voor het Integraal Zorgakkoord (IZA) over de zorg in de nabije toekomst. „Dit vinden wij de verkeerde beweging en geen recht doen aan de professionals in de zorg”, schrijven de Landelijke Huisartsen Vereniging en de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen in een brief aan gezondheidsminister Ernst Kuipers. Zonder verschillende verbeteringen krijgt de bewindsman de handen van de huisartsen niet op elkaar voor dit akkoord, voorspellen de dokters.
Verzekeraars krijgen die dominante rol volgens de huisdokters „via het inkoopbeleid, via de beoordeling van wat passende zorg is, via hun rol bij de toekenning van middelen voor impactvolle en grote transities en middels de extra toegekende sturingsmogelijkheden bij de contractering”. In de visie van de briefschrijvers zijn echter de professionals „de eerst aangewezen personen die, samen met de patiënt, kunnen vaststellen wat passende zorg is en wat in dat opzicht goed is om te doen of juist te laten”.
„Door de hele tekst van het akkoord heen” zien ze ook „de nadruk op verplichten, verantwoorden en onderbouwen”. Dat levert ze een extra papierwinkel op die ze er niet bij kunnen hebben. „Bij elkaar levert dit extra administratieve en verantwoordingslasten op in plaats van de beloofde vermindering.”
Huisartsenpraktijken, zorggroepen en huisartsenorganisaties zijn de afgelopen jaren al steeds minder tevreden over hun inbreng en zeggenschap bij het zorgcontract met de zorgverzekeraar. „Wij willen dat de huisartsen en de huisartsenorganisaties een steviger, inhoudelijker en gelijkwaardiger positie krijgen.”
De dokters verwijten de zorgverzekeraars ook dat zij het beschikbare budget voor hun sector „deels op de plank laten liggen” en dat er nu sprake is van een bijstelling van het budget van 4,5 miljard naar 4,4 miljard euro. „We verzetten ons tegen die bijstelling naar beneden.”
Later deze maand komen de partijen nog bij elkaar om te praten over het akkoord, dat op Prinsjesdag moet worden gepresenteerd. De briefschrijvers willen in het definitieve stuk onder meer ook meer tijd voor de patiënten gegarandeerd zien.