Deventer gaat eikenprocessierups te lijf met paintballpistool
De gemeente Deventer bestrijdt de eikenprocessierups op een wel heel bijzondere manier. De inzet van een paintballpistool moet het paringsproces van de insecten verstoren.
Naast Deventer doen nog negen andere gemeenten mee aan de proef. Uit de pilot moet blijken of de nieuwe methode daadwerkelijk een vermindering van het aantal eikenprocessierupsen teweegbrengt. „In het buitengebied van Deventer zijn de eerste bomen inmiddels beschoten”, vertelt Maarten Jan Stuurman, woordvoerder van de gemeente Deventer.
Waarom doet Deventer mee met de proef?
„De eikenprocessierups werd tot nu toe vaak bestreden door het spuiten van gif of door het opzuigen van nesten met een speciale stofzuiger. Deze methoden zijn op zich effectief, maar kunnen ook tot gevolg hebben dat andere rupsen en insecten doodgaan. Deze paintballtechniek is milieuvriendelijk en heeft geen negatieve neveneffecten op andere diersoorten. Daarom doet Deventer graag mee aan de proef.”
Wat wordt er precies de boom in geschoten?
„De capsules die in de boomkruinen worden geschoten zitten vol met feromonen. Deze stof is een nabootsing van de geur die een vrouwelijke vlinder uitscheidt om een mannelijke vlinder te lokken om te paren.”
Wat heeft dat voor een effect?
„Vrouwelijke eikenprocessievlinders gaan niet naar de boom toe, omdat ze denken dat er al veel concurrenten actief zijn. Mannelijke vlinders worden juist aangetrokken door de lokstof, maar raken in verwarring als ze geen vrouwtjes aantreffen. Dit heeft tot gevolg dat er geen paring plaatsvindt. Zonder paring worden er geen eitjes bevrucht en komen er geen rupsen. En uiteindelijk betekent dat minder overlast.”
Is dit dé toekomst voor de bestrijding van de rups?
„De proef heeft eerder plaatsgevonden in 2020 en de resultaten daarvan waren positief. Tegelijkertijd is het ook een arbeidsintensieve en daarmee dure methode. Elke boom moet afzonderlijk met feromonen worden beschoten. We zijn samen met een onderzoeksbureau en een bomenspecialist aan het onderzoeken hoe we dit kunnen verbeteren. De resultaten van de proef worden in 2023 bekend. Op basis daarvan beslissen we of we deze techniek vaker gaan inzetten. Mogelijk wordt de methode dan ook landelijk uitgerold.”