„Mijn lichaam sidderde als de elektroshocks kwamen”
„Ik leef iedere dag in China in angst en volkomen onzekerheid omdat ik niet weet wanneer de Chinese autoriteiten me opnieuw in een psychiatrische kliniek laten opnemen.”
Mao-criticus Tu Qiang spreekt uit ervaring, want het overkwam hem maar liefst vijf keer. Zijn relaas staat in een woensdag verschenen rapport over politiek misbruik van psychiatrie in het China van president Xi Jinping. Het rapport –”Onder de medicijnen en opgesloten: China’s psychiatrische gevangenissen”– is opgesteld door de mensenrechtenorganisatie Safeguard Defender.
Het verslag is hoofdzakelijk gebaseerd op interviews met 99 Chinese slachtoffers en hun familieleden gedurende de jaren 2015-2021. Een uitgebreid notenapparaat, inclusief geraadpleegde wetenschappelijke en juridische literatuur, onderstreept gewicht en ernst van het rapport.
Dat zal het voor de Chinese partijstaat bepaald niet gemakkelijker maken om het werk van Safeguard Defenders af te doen als „grove leugens” zoals het eerder deed toen het Europees Parlement het Ankang-systeem –politieke psychiatrie– aan de kaak stelde. Letterlijk staat het woord Ankang voor vrede en gezondheid.
Topje van de ijsberg
Een van de meest schokkende manieren van Peking om critici het zwijgen op te leggen, is hen te laten verdwijnen in de psychiatrische afdelingen van reguliere ziekenhuizen. Gedwongen opname dus, grotendeels (66 procent) zonder enig wettelijk verplicht medisch attest. Het rapport spreekt van 109 ziekenhuizen in 21 Chinese provincies voor 144 patiëntendossiers. Het topje van de ijsberg overigens, waarschuwen de samenstellers.
De overgrote meerderheid van de slachtoffers van Ankang (meer dan 80 procent) bestaat uit burgers die gebruik maakten van hun recht om zich te beklagen over onrechtmatig optreden van overheidsdienaren. Activisten vormen 14 procent van Ankang-opnames.
Zij allen staan bloot aan gruwelijke fysieke en psychische martelingen achter de ziekenhuismuren: urenlang routinematig vastsnoeren aan bed (60 procent), geweldpleging (25 procent), elektroshocktherapie, veelal zonder enige narcose (14 procent) en isolement, geen enkel contact met familie/vrienden (75 procent). Voeg daaraan toe de gedwongen toediening van onbekende medicijnen (77 procent) met alle benauwende effecten van dien, en de foltercirkel van Ankang is rond.
”Inktmeisje”
De kern van het rapport zijn de persoonlijke getuigenissen van de slachtoffers van politieke psychiatrie in China. Dong Yaoqiong, een jonge dertiger, zorgde juli 2018 voor grote krantenkoppen door live een videootje op Twitter te zetten, waarin ze een portret van partijleider en president Xi Jinping met inkt bevlekt. De begeleidende tekst luidde: „Ik gebruik mijn echte naam om in verzet te komen tegen de tirannie en dictatuur van Xi Jinping en tegen de drukkende hersencontrole door de Chinese Communistische Partij.” Dong kreeg de bijnaam het ”inktmeisje”.
Nog dezelfde dag werd Dong, werkzaam in de vastgoedsector in Shanghai, opgepakt door de stedelijke politie en overgeleverd aan de politie van haar woonplaats in Hunan. Die plaatste haar meteen in een psychiatrische instelling. En passant viel de politie Dongs vader en activisten lastig die haar verhaal naar buiten wensten te brengen. Kort daarop verloor Dongs vader zijn baan als mijnwerker. Dong was geestelijk ziek, zo informeerde de politie haar ouders. Familieleden ontkenden dat met klem.
Een ware lijdensweg volgde voor Dong: vrijlating in november 2019, hernieuwde psychiatrische opname in mei 2020, opnieuw vrijlating in juli 2020 en een derde gedwongen opname in hetzelfde psychiatrische hospitaal in februari 2021 tot op de dag van vandaag. Tijdens deze ware martelgang onderging Dong gedwongen medicatie, afranselingen, kluistering aan bed. Haar vader zag hoe Dongs gezondheid dramatisch achteruitging: incontinentie, tekenen van dementie en nachtelijke paniekaanvallen.
Toch bleek Dong in november 2020 nog niet gebroken. Ze nam weer een video op. Daarin vertelde ze dat de intense politiebewaking haar op de rand van een algehele instorting bracht. Ze leed absoluut niet aan een mentale ziekte, informeerde Dong verder. Maar als ze opnieuw teruggezonden werd naar het ziekenhuis, vreesde ze dat niet te zullen overleven. „Ik wil niet over de consequenties van deze tweet van vandaag nadenken. Ik neem de gevolgen voor mijn rekening. Ik wil alleen vragen: wat heb ik verkeerd gedaan? Heb ik de wet overtreden?”
Vernederd
De vijftiger Jiang Tianlu raakte in het web van Ankang door de publieke gewelddadige dood van zijn vader. De laatste was in 2004 doodgeslagen door een regeringsambtenaar toen hij verhaal kwam halen over de roof van zijn land. De politie ondernam niets tegen de moordenaar die over goede partijconnecties beschikte.
Zoon Jiang Tianlu reisde daarop naar Peking om de autoriteiten te bewegen de moord op zijn vader gerechtelijk te onderzoeken. Een jaar later maakte hij voor het eerst kennis met Ankang. Vandaag de dag zegt hij de tel kwijt te zijn hoeveel keer hij als ”psychiatrisch patiënt” onder dwang is opgenomen. Hij denkt van zeven maal.
In 2018 was het weer zover. Opnieuw na een poging van Jiang om een officiële klacht over de dood van zijn vader in te dienen. Hardhandig vastgesnoerd aan het bed regende het klappen op zijn hoofd. Dit keer, zo veronderstelt hij, stuurde de overheid ook nog eens ordinaire gangsters op hem af in het ziekenhuis. „Ik kan je vertellen dat deze lieden niet geestesziek waren. Zij deden niets anders dan mij slaan. Ze staarden me aan als ik naar het toilet ging. Ik voelde me zo vernederd. Zij volgden me overal.”
Jiang Tianlu verdiende zijn brood als kruier. Dat is niet meer mogelijk. De medische mishandelingen maakten van deze sterke Chinees een man die over heel zijn leden trilt bij enig zwaar werk. „Als de elektroshocks kwamen, sidderde mijn hele lichaam en voelde ik me daarna verlamd.”
Ankang-slachtoffer Tu Qiang hoopte dat „mijn tragische ervaring de pers zou bereiken, anders zou niemand mijn verhaal kennen nadat ik ben gestorven.”