Verdachte van brand sporthal niet schuldig
De rechtbank in Zwolle heeft donderdag de hoofdverdachte in de strafzaak rond het afbranden van sportcomplex De Reeve in Kampen vrijgesproken.
De rechtbank acht het niet bewezen dat er opzet in het spel was toen de twintigjarige R. G. uit Kampen op 12 augustus een brandend bierkratje op het houten afdak van het complex gooide. Eerder werd de achttienjarige D. H. uit Kampen al vrijgesproken van het medeplegen van de brandstichting. De brand veroorzaakte een miljoenenschade en zorgde ervoor dat veel inwoners van Kampen tijdelijk elders onderdak moesten zoeken voor hun sportactiviteiten.
In het vonnis tegen G. zegt de rechtbank dat opzet of de voorwaardelijke opzet tot brandstichting ontbreekt. Er waren vooraf geen plannen gemaakt tussen G. en de andere hangjongeren die zich op de 12e augustus bij het sportcomplex bevonden.
Wel staat vast dat G. de krat, voordat hij die op het dak gooide, heen en weer heeft bewogen. De kans bestaat dat die nog nasmeulde, maar het is niet zeker dat er vlammen te zien waren of dat de verdachte de kans op brand had aanvaard. Dit leidt ertoe dat er geen sprake was van opzet. Mogelijk was er sprake van bewuste schuld, zegt de rechtbank, maar die had het openbaar ministerie niet ten laste gelegd.
Tegen G. was twee jaar gevangenisstraf, waarvan acht maanden voorwaardelijk, geëist.