Strenge regels voor DNA–vaccins kunnen soepeler
De regels voor proeven met DNA–vaccins kunnen een stuk eenvoudiger. De strenge eisen voor het verlenen van een vergunning moeten alleen nog gelden wanneer het DNA in het vaccin zich kan vermenigvuldigen. Dat adviseert de Commissie Genetische Modificatie (Cogem) aan staatssecretaris Van Geel (Milieu).
Het risico van een dergelijk vaccin is dat het via bijvoorbeeld zweet of urine van de gevaccineerde in het milieu terechtkomt. Hierdoor kunnen anderen besmet raken.
Voor vaccins waarin het DNA zich niet vermenigvuldigt, maar die bijvoorbeeld wel kankerverwekkende eigenschappen hebben, zouden de regels voor een vergunning soepeler kunnen worden, adviseert de Cogem. Als bewezen is dat er helemaal geen risico op verspreiding bestaat, kan worden volstaan met een meldingsplicht.
Vaccinatie met DNA is mogelijk een nieuwe manier om malaria, aids en kanker te bestrijden. Een stukje DNA dat wordt ingespoten in een spier, kan de productie van bepaalde eiwitten met een therapeutische werking op gang brengen. Deze eiwitten kunnen het afweersysteem attent maken op de aanwezigheid van tumorcellen.