VN-Mensenrechtencomité: Hongkong moet veiligheidswet intrekken
Hongkong moet de door China ingevoerde nationale veiligheidswet intrekken, vindt het Mensenrechtencomité. Het orgaan van de Verenigde Naties maakt zich „ernstige zorgen” over de brede interpretatie en willekeurige toepassing van de omstreden wetgeving.
De onafhankelijke experts in het comité zeggen dat de wet naar verluidt heeft geleid tot de arrestatie van ruim tweehonderd personen, onder wie twaalf kinderen, voor het in gevaar brengen van de nationale veiligheid. De wet verbiedt onder meer het streven naar afscheiding van China, buitenlandse inmenging en staatsondermijnende activiteiten.
De veiligheidswet werd twee jaar geleden ingevoerd door de regering in Beijing, zonder Hongkong daarbij te betrekken. Dat gebeurde na een onrustige periode in Hongkong met protesten tegen de regionale autoriteiten en voor meer democratie. Veel protesten verliepen vreedzaam, maar er waren ook botsingen met de veiligheidsdiensten. De wet heeft de protestbeweging in de kiem gesmoord. Prominente activisten die niet zijn vastgezet, zijn naar het buitenland gevlucht.
Het VN-comité waarschuwt dat een „gebrek aan duidelijkheid” het moeilijk maakt om te bepalen wat voor gedrag precies volgens de wet strafbaar is. Ook uit het kritiek op de mogelijkheid om zaken over te dragen aan China. De experts hekelen daarnaast de criminalisering van opruiing, wat volgens hen wordt gebruikt om academici, journalisten en anderen aan te klagen voor het „uitoefenen van hun legitieme recht op vrijheid van meningsuiting”.
Hongkong was jarenlang een kolonie van het Verenigd Koninkrijk, maar hoort sinds 1997 weer bij China. Bij de opdracht werd een principe van ‘één land, twee systemen’ ingevoerd. Hongkong is officieel een autonome regio en daarom gelden er andere wetten dan in de rest van China, maar de invloed vanuit Beijing is in de afgelopen jaren groter geworden.