Zoeter
Psalm 19:11
„Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.”
Vraagt u van mij dat ik u een beschrijving zal geven van de wijze waarop Zich de Heere aldus openbaart? Het zou zeer moeilijk zijn om dat in woorden uit te drukken. U moet de zaak kennen voor uw eigen persoon. Als u nog nooit zoiets had geproefd, dan zou geen mens ter wereld in staat zijn om u enig denkbeeld te geven van wat honing is. Maar als de honing er is, dan kunt u proeven en smaken.
Een blindgeborene zal zich geen voorstelling kunnen maken van wat gezicht is. Zo ook zal hij die de Heere nog nimmer in waarheid heeft leren kennen, nooit kunnen komen tot het rechte begrip van de aard en het wezen van Zijn bezoeken. Want van onze Heere een bezoek te ontvangen, houdt veel meer in dan voor onszelf de verzekering te hebben van onze zaligheid, al is dit laatste ook zeer zeker een kostelijke zaak en al mag niemand van ons rusten voor hij weet die te bezitten. Te weten dat Jezus mij liefheeft, is iets, is veel; maar een bezoek van Hem en in Zijn liefde te ontvangen, is meer.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”Totdat Hij komt”, 1896)