Opinie

Een politieke partij moet niet te veel op een draaitol gaan lijken

Wie weet zien we elkaar sneller dan verwacht, zo speechte Eerste Kamervoorzitter Bruijn vorige week na de (voorlopig) laatste vergadering van de Senaat. Die eindigde voor het kabinet bepaald niet ongunstig. De Eerste Kamer ging akkoord met de Voorjaarsnota, waardoor de gereserveerde uitgaven voor de plannen uit het regeerakkoord nu ook eindelijk over de begrotingen van de verschillende ministeries kunnen worden verdeeld.

Hoofdredactie
19 July 2022 12:59
beeld ANP
beeld ANP

Voor de bestuurbaarheid van het land is dat zonder meer goed. Dat laat onverlet dat het stemgedrag van sommige partijen na dat debat vragen doet rijzen en om uitleg vraagt.

Neem JA21. Al in januari, in het debat over de regeringsverklaring, gaf voorman Eerdmans van die partij vol tegengas. Hij verzekerde dat de Eerste Kamerfractie van zijn partij het bijstellen van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou blokkeren als de verhoging van het minimumloon niet zou meestijgen met die van de AOW-uitkeringen. Later, nadat het kabinet zich daartoe bereid had verklaard, veranderde hij van argument. JA21 zou zijn veto uitspreken over de begroting als de middenklasse niet extra voor de gestegen energieprijzen zou worden gecompenseerd.

In de Tweede Kamer hield Eerdmans voet bij stuk. In de Eerste Kamer bleef van het aan de kiezer beloofde spierballenvertoon echter totaal niets over: JA21 stemde voor. De senatoren van die partij deden dat opmerkelijk genoeg geruisloos en op kousenvoeten, en zonder een inhoudelijke toelichting te geven. In de hoop dat de draai die JA21 uiteindelijk maakte de kiezer zou ontgaan?

Het geschutter van JA21 is onmiskenbaar onderdeel van een bredere trend. Dat bleek eerder die week al uit de opmerkelijke manier waarop de PvdA zich positioneerde in het debat over het CETA-handelsverdrag tussen de EU en Canada. Het geharnaste ”nee” van de partij in de Tweede Kamer, twee weken terug nog eens bevestigd, veranderde in de Eerste Kamer in een ”ja”. Pas één dag voor het beslissende debat werd die draai bevestigd en toegelicht. En wel in een Twitterbericht en in een opiniestuk in de media.

De Eerste Kamer en haar functioneren worden geregeld bekritiseerd. Het belangrijkste verwijt daarbij is vaak dat te veel Senaatsfracties zich mengen in een politieke strijd om het beleid, die het kabinet daarvoor al met de Tweede Kamer heeft uitgevochten. Of dat nu zo erg is, is echter de vraag. Geen enkele wettelijke bepaling schrijft voor dat de Eerste Kamer zich hoort te beperken tot het beoordelen van wetten op rechtmatigheid, doelmatigheid en uitvoerbaarheid. Die taakstelling is hooguit informeel van aard.

Alleen, als de Senaat buiten dat kader treedt, is het wel zaak om capriolen à la die bij PvdA en JA21 te mijden. Die geven verwarring over wat een partij nu echt vindt, zijn voor een kiezer slecht te volgen en doen het aanzien van de politiek geen goed.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer