Rechter: moorden Alblasserdam en Vlissingen ‘zaak als geen ander’
„Geen eenvoudige kwestie, voor u allemaal.” Zo begroette de voorzitter van de rechtbank in Rotterdam vrijdag de aanwezige nabestaanden van de slachtoffers in de strafzaak tegen de 38-jarige John S. „Ik kan u gelijk al laten weten dat het voor de rechtbank ook een zaak is als geen ander.”
S. wordt ervan verdacht dat hij op 6 mei een 34-jarige medewerkster en een 16-jarig meisje heeft doodgeschoten op zorgboerderij Tro Tardi in Alblasserdam. Twee dagen daarvoor heeft hij een 60-jarige schoenmaker in Vlissingen doodgeschoten, zegt het Openbaar Ministerie. Na de schietpartij op de zorgboerderij werd hij aangehouden.
Vrijdag vindt een eerste inleidende zitting plaats in de zaak tegen S. De verdachte zelf heeft er voor gekozen in zijn cel te blijven en niet ter zitting te verschijnen, op advies van zijn advocaat, die dat op dit moment niet in zijn belang achtte en ook niet in dat van alle andere betrokkenen. „Uw leed is onvoorstelbaar”, zei de raadsman tegen de nabestaanden en andere rechtstreeks betrokkenen, „en in alle gevallen onherstelbaar”.
„Misschien is het wel fijn of prettig dat de verdachte er niet is”, zei de voorzitter in de richting van de nabestaanden. „Maar dat zal niet altijd zo zijn. In ieder geval bij de inhoudelijke behandeling zal hij er zijn. En dat is ook goed, dat hij er dan is.” Het OM hoopt dat de zaak aan het eind van het jaar inhoudelijk behandeld kan worden.
De voorzitter verzekerde de nabestaanden dat hij hen door de moeilijke momenten van het strafproces heen zal helpen. Zijn woorden waren ook gericht aan de familieleden van de twee gewonden die in Alblasserdam vielen - een inmiddels 13-jarige jongen en een 20-jarige vrouw raakten zwaargewond.
De officier van justitie heeft voorafgaand aan de zitting een gesprek gehad met de nabestaanden en andere betrokkenen, zei hij. „Een vreselijke zaak”, aldus de officier, die wordt beheerst door „de waaromvraag”. „Waarom is dit gebeurd? Wat ging er door het hoofd van de persoon die hiervoor verantwoordelijk is? Waarom was de verdachte zo boos dat hij deze verschrikkelijke dingen heeft gedaan?”
S. wacht momenteel op plaatsing in het Pieter Baan Centrum voor een onderzoek naar zijn psychische gesteldheid. Daaruit zal moeten blijken of hij toerekeningsvatbaar is geweest ten tijde van het geweld. S. zegt dat hij destijds medicijnen heeft gebruikt.