Sensoren in incontinentiemateriaal bestaan al en Helder ziet de verdere inzet hiervan als een mogelijkheid om de werkdruk te verlagen. Ook andere technische vernieuwingen moeten hiertoe bijdragen, zoals bedsensoren, beeldzorg en gps-trackers voor dementerenden, maakte ze deze week bekend. De zorgsector zelf wil dat volgens haar ook graag.

Zorgmedewerkers kunnen volgens de minister met slimme luiers beter in de gaten houden als een cliënt moet worden verschoond. Maar volgens PVV-Tweede Kamerlid Fleur Agema leidt een sensor ertoe dat ouderen veel langer met een vieze luier blijven zitten als de sensor aangeeft dat die nog niet „vol genoeg” zou zitten. Mensen hebben daar dan zelf niets meer over te zeggen, vreest de PVV’er.

Het probleem is volgens Agema dat er te weinig verzorgenden zijn om mensen tijdig te verschonen of ze gewoon naar het toilet te brengen. Ook SP’er Maarten Hijink hamert erop dat de inzet van meer technologie nooit mag worden gekoppeld aan minder zorgmedewerkers. Volgens de twee partijen zijn er genoeg manieren om mensen te werven en te behouden voor de zorg.

Maar volgens Helder is er sprake van een misverstand. Sensoren kunnen worden afgestemd op de persoonlijke wensen en luiers kunnen ook juist sneller worden vervangen dan nu het geval is. En het is niet de bedoeling om zomaar iedereen een slimme luier om te doen om doelmatiger te werken. Daarnaast is het juist voor cliënten fijner als een sensor op afstand aangeeft dat ze een nieuwe luier nodig hebben, aldus de minister. Dat voorkomt dat de verzorgenden in de broek van de ouderen moeten kijken of eraan ruiken, wat kan zorgen voor schaamte.