OM eist 10 jaar cel tegen Nigeriaanse piraat
Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag een gevangenisstraf van tien jaar geëist tegen een 32-jarige Nigeriaan die wordt verdacht van het kapen van een Nederlands vrachtschip en het gijzelen van de internationale bemanning.
Itoruboemi L. zou een van de gewapende piraten zijn die op 21 april 2018 het schip FWN Rapide van de Groningse rederij Forestwave kaapten. Elf van de veertien bemanningsleden, bestaande uit Russen, Oekraïners en Filipijnse matrozen, werden onder schot gehouden met machinegeweren en van boord gehaald met twee bootjes. Vervolgens werden ze ruim een maand gegijzeld op wisselende schuilplekken in het oerwoud van Nigeria, volgens justitie tussen trofeeën van eerder gekaapte schepen. Onder de gijzelaars waren geen Nederlanders.
L. ontkende dinsdag bij de rechtbank Rotterdam dat hij betrokken was bij de kaping op open zee. Wel bekende hij dat hij in het oerwoud verantwoordelijk was voor de communicatie met de gegijzelden en de onderhandelingen over het betaalde losgeld. De officieren van justitie zien hem echter als baas van de piraten. Justitie baseert zich op verklaringen van de slachtoffers, die de verdachte als hoofdpiraat en groepsleider zagen en steeds Major noemden. „De verdachte heeft een grotere rol gevoerd dan hij zelf wil laten geloven”, aldus de officier.
L. werd in november 2018 gearresteerd op de luchthaven van Johannesburg in Zuid-Afrika, waar hij naartoe was gereisd na contacten met undercoveragenten die zich voordeden als mannen die geïnteresseerd waren in piraterij op Nigeriaanse wateren. Tegenover hen zou hij zich hebben gepresenteerd als leider van een Nigeriaanse kapersbende. Op zijn telefoon bewaarde L. groepsfoto’s van de gegijzelden en gewapende piraten, die hij deelde met de undercoveragenten. De rechtbank toonde tijdens de strafzaak de foto’s op beeldschermen. Voor de vrijlating van de gijzelaars is 340.000 dollar betaald.
Volgens de advocaat van de Nigeriaan had het Openbaar Ministerie hem niet mogen vervolgen voor de gijzeling, omdat die op Nigeriaans grondgebied was waar Nederland geen rechtsmacht heeft. De raadsman vindt eveneens dat het OM te ver is gegaan met de undercoveroperatie door L. naar Zuid-Afrika te lokken. De advocaat vroeg de rechtbank L. vrij te spreken van de kaping van het schip, omdat L. daarbij niet aanwezig zou zijn geweest. Aan land zou de Nigeriaan slechts een ondersteunende rol hebben gehad voor een inmiddels overleden baas. De advocaat pleitte daarom voor een straf gelijk aan het voorarrest van L.