Dode bultrug aangespoeld op oefenterrein Defensie op Vlieland
Op het strand van Vlieland is dinsdag een dode bultrug aangespoeld. Het 7 meter lange kadaver werd gevonden op een afgesloten gebied van een oefenterrein van Defensie. Dat zegt marien bioloog Lonneke IJsseldijk van de Universiteit Utrecht.
Het stoffelijk overschot wordt naar Harlingen overgebracht. Daar gaat IJsseldijk het dier woensdag onderzoeken, samen met collega’s van natuurhistorisch museum Naturalis in Leiden en de universiteit in Wageningen. „Als universiteit Utrecht richten we ons op de doodsoorzaak. Naturalis neemt de schedel mee voor de eigen collectie. Wageningen focust zich op de maag en de darmen voor onderzoek naar het voedsel van de bultrug”, legt IJsseldijk uit. Als niemand geïnteresseerd is in de resten, wordt het lijf van de bultrug na onderzoek vernietigd.
Voor de kust bij Zeeland werd vorige maand een bultrug gezien. Of dat het dier is dat nu op Vlieland is aangespoeld, is niet duidelijk. IJsseldijk: „We zien steeds vaker bultruggen in de zuidelijke Noordzee. Dat gaat vrijwel altijd goed, vaak blijft het bij de waarneming. Deze walvissoort kan prima in ondiep water leven. Maar de bultrug die onlangs is gezien, leek vrij mager en zag er niet supergezond uit.”
De bultrug bij Zeeland had kenmerkende wondjes op de rug. Het kadaver op Vlieland ligt echter op de rug op het strand. Daardoor is het nog niet te identificeren.
Het is de eerste keer sinds 2012 dat een bultrug in Nederland strandt. Dat dier, dat de naam Johanna kreeg, leefde nog toen het terechtkwam op de Razende Bol bij Texel. Dierenbeschermers, deskundigen, bergers en ambtenaren maakten elkaar verwijten in een poging het leven van de bultrug te redden. Johanna strandde op een woensdag en het duurde tot een zondag voor ze stierf. Vanwege de ophef kwam de overheid met een ‘Protocol Stranding Levende Grote Walvisachtigen’, een handleiding van wie wat moet doen wanneer een walvisachtige strandt.