Burgemeester Kampen trots op opvang Oekraïners door kerken
Oorlog in Oekraïne. Vrouwen en kinderen die hun land halsoverkop ontvluchten. Het laat de kerken in IJsselmuiden niet onberoerd. Eensgezind zetten ze al vier maanden de schouders onder de opvang van Oekraïners. De burgerlijke gemeente kijkt waarderend toe en biedt sinds juni financiële steun.
Donderdag 24 februari. De Russische inval in Oekraïne domineert het nieuws. Hugo van Dort uit IJsselmuiden, lid van de plaatselijke gereformeerde gemeente in Nederland, wordt geraakt door de vluchtelingenstroom die op gang komt. Hij klimt in de pen en schrijft zijn kerkenraad een brief. Boodschap, kort samengevat: We moeten iets doen, maar ik weet niet wat.
Van Dort is niet de enige inwoner van de gemeente Kampen, waar IJsselmuiden onder valt, die in beweging komt. In diverse kerkelijke gemeenten denken mensen na over hulpverlening aan Oekraïners. De diaconieën van de hervormde gemeente (Dorpskerk) en de hersteld hervormde gemeente (hhg) IJsselmuiden/Grafhorst geven al snel groen licht voor het bieden van noodopvang.
Er ontstaat een interkerkelijke werkgroep die de naam Hulp4Oekraine krijgt. Donderdagavond 3 maart zitten tien vertegenwoordigers van allerlei kerken voor het eerst samen om de tafel in De Zaaier, het verenigingsgebouw schuin tegenover de Dorpskerk. Op verzoek van zijn kerkenraad is ook Van Dort, werkzaam in de automatisering, aangeschoven.
Gastgezinnen
Binnen 48 uur is er een website in de lucht. Er worden gastgezinnen gemobiliseerd om vluchtelingen in huis te nemen. De eerste mensen melden zich spoedig, maar er zijn meer bedden nodig. In de Dorpskerk klinkt op zondag 6 maart een oproep vanaf de kansel, die tot nieuwe aanmeldingen leidt. Uiteindelijk zijn er 185 slaapplaatsen beschikbaar op 160 adressen.
Via diverse contacten wordt duidelijk dat er nogal wat Oekraïense vluchtelingen in een kamp in Polen zijn gearriveerd, die opvang nodig hebben. Hulp4Oekraine stuurt een touringcar met enkele vrijwilligers die kant op. Als er 65 vluchtelingen zijn ingestapt, begint de bus aan de bijna zestien uur durende terugreis. Onderweg geven de vrijwilligers aan het kernteam in IJsselmuiden door hoeveel volwassenen en kinderen er precies komen. In allerijl worden zij gekoppeld aan gastgezinnen.
Vrijdag 11 maart om 11.30 uur arriveren de vluchtelingen in het centrum van IJsselmuiden. Een van de vrijwilligers die hen opwacht, is Cock Grandia, lid van de hervormde gemeente. De eerste vragen die een Oekraïner aan hem stelt, zijn: Waar kunnen we naar de kerk? En wie gaat er zondag voor? Hij wijst hen op de Dorpskerk iets verderop. Na een dankgebed voor de behouden aankomst en een gezamenlijke maaltijd gaan de vluchtelingen met de gastgezinnen mee.
Voorganger
Bijna vier maanden later. Een zonnige donderdagmiddag, eind juni. Grandia zit met medevrijwilligers Henri en Joke Sluiter, lid van de baptistengemeente, in de schaduw voor Het Baken, jeugdhonk van de hervormde gemeente. Hij blikt terug op de komst van de vluchtelingen. Dat een van hen als eerste naar de kerk informeerde, heeft hem geraakt.
De zondag na hun aankomst in IJsselmuiden ontmoet Grandia Oekraïners in de dienst. „Ze konden de voorganger, ds. Van Dam, niet verstaan. Na afloop zei een vluchteling tegen de dominee: De glimlach op uw gezicht onder de prediking is voor ons al Evangelieverkondiging.”
„Het geloof is het houvast van deze mensen”, zegt Joke Sluiter. „Dat merk je ook als ze aan het zingen en bidden zijn.” Dat laatste hebben de Oekraïners zojuist gedaan tijdens de inloopmiddag in Het Baken. Om half vier zitten zo’n tien mensen aan de koffie of thee. Het zijn er minder dan in het begin, omdat een deel van de vluchtelingen intussen werk heeft gevonden, bijvoorbeeld in de kassen. Roman Mudrenko (44) heeft een Bijbelstudie met de aanwezige vrouwen gehouden. Het ging over het doen van de wil van God, naar aanleiding van Efeze 2:10.
Mudrenko is voorganger van een baptistengemeente met 300 leden, zo’n 50 kilometer van Kiev. Samen met zijn vrouw en zes kinderen –de oudste is nog in Oekraïne– verblijft hij in Zalk. Zijn pastorale werk onder Oekraïners zet hij in Nederland voort. Op zondag houdt hij ook diensten, om 11.00 uur in Zalk en om 17.00 uur in IJsselmuiden.
Deze middag verlaten de Oekraïners tegen vier uur Het Baken. Sommigen steken de straat over naar De Zaaier, waar in een bovenzaal de vrijwilligers Thea en Hans klaarstaan om Nederlandse les te geven. „Wat leuk dat jullie gekomen zijn. Wees welkom”, begroet Thea de tien cursisten. Ze gaat met hen in gesprek over het weer –„Het is warm”– en over kleding. Al pratend, noteert ze woorden op een bord: hoed en pet, slipper en sok. De vrouwen schrijven ze ijverig over.
Woonunits
De inloopmiddagen en taallessen zijn enkele van de activiteiten die Hulp4Oekraine biedt, zegt woordvoerder Van Dort in de hal van De Zaaier. Hij kan uren vertellen over zijn ervaringen in de afgelopen periode. „Ik werk en slaap, en de rest van mijn tijd besteed ik aan de Oekraïners. Alleen de zondag houd ik vrij, afgezien van noodgevallen.” Zijn vrouw is eveneens bij het werk betrokken. „Ze gaf gisteren nog Nederlandse les aan een groepje.”
Twee maanden na aankomst in Nederland zijn de vluchtelingen vanuit de gastadressen overgeplaatst naar semipermanente opvangplekken, waar ze ondersteuning krijgen door een buddy. Er werden onder meer twintig woonunits geplaatst in Grafhorst. Ook stelde een woningbouwvereniging voor een jaar een pand ter beschikking dat op de nominatie staat om te worden gesloopt.
Van Dort stapt in de auto om een andere opvanglocatie te tonen. Even later rijdt hij het terrein op van een witlofkweker in IJsselmuiden. In een bijbehorende vrijstaande woning met vijf slaapkamers zijn vijftien vrouwen en kinderen ondergebracht. Van Dort functioneert als huismeester, terwijl vrijwilligster Gera van Pijkeren, lid van de hhg, de bewoners ook op allerlei terreinen ondersteunt.
De Oekraïense vrouwen Olena en Natasja schenken koffie. Intussen vertelt Van Pijkeren, nadat ze kinderen een aai over de bol heeft gegeven, aan de keukentafel over de grote betrokkenheid van vrijwilligers. Ze heeft een app-groep met 460 personen. Geregeld dropt ze een vraag in de groep. De ene keer heeft ze fietsen nodig, een andere keer zoekt ze iemand die met een Oekraïner mee kan naar de tandarts. Er komt altijd voldoende respons.
Groente en fruit
Het werk van Hulp4Oekraine wordt breed gedragen. Niet alleen de kerken ondersteunen de opvang, zodat de vluchtelingen vanaf het begin wekelijks leefgeld kunnen krijgen: 50 euro per volwassene, 20 euro per kind. Lokale ondernemers doneren geregeld zaken zoals groente of fruit. En een actie van het Hoornbeeck College in Kampen leverde een paar duizend euro op.
Vanaf het begin heeft de werkgroep goede contacten met de burgerlijke gemeente Kampen. Deze besloot recent financiële verantwoordelijkheid te nemen voor de opvang (Zie ”Burgemeester Kampen trots op inzet kerken”). Van Dort is blij met de overheidssteun. „We zijn als kerken heel snel na het uitbreken van de oorlog begonnen. In veel plaatsen is intussen een GOO gestart: Gemeentelijke Opvang Oekraïners. De gemeente Kampen voelde hierin ook een verantwoordelijkheid, maar zag dat wij en drie andere plaatselijke initiatieven in feite al zo’n soort opvang boden. Het is mooi dat de gemeente nu financieel bijdraagt. Daardoor kunnen wij het bieden van hulp op de langere termijn blijven volhouden.”
Als Hulp4Oekraine door de gemeentelijke bijdrage geld overhoudt, wordt dit op een andere wijze besteedt aan hulp voor Oekraïners, zegt Van Dort. „Er staat een nieuw project op stapel om voedselhulp te bieden aan mensen in Oekraïne, waar komende winter een hongersnood dreigt. Ook op die manier willen we als kerken iets betekenen voor mensen in nood.”