Top 40 van melodieën als poort naar erfgoed Gouden Eeuw
In de Gouden Eeuw wordt overal gezongen: op straat, in de kerk, op feesten. Bepaalde melodieën zijn wel heel populair, blijkt uit een nieuwe top 40. De hitlijst vormt een poort naar het cultureel erfgoed van toen.
Wat doe je als je op een bruiloft gezamenlijk een liedje voor het bruidspaar wil zingen? Dat is niet zo moeilijk: je neemt een melodie van een bekend (kinder)liedje en maakt daarop een nieuw vers dat op het kersverse echtpaar slaat. Oefenen hoeft eigenlijk niet, want iedereen kan zo meezingen.
Iets dergelijks gebeurt in de Gouden Eeuw aan de lopende band. Wie een lied wil maken, bijvoorbeeld om de liefde te bezingen of om het ontzet van Leiden te vieren, kiest een populaire melodie die iedereen kent en maakt daar een nieuwe tekst op. Zo ontstaat een contrafact, zoals het met een technische term heet. In heel veel liedboekjes die in deze periode verschijnen wordt dan ook geen melodie bij de teksten genoteerd. Een eenvoudig ”op de wijze van” volstaat.
Interessant is om te inventariseren welke melodieën in de Gouden Eeuw het vaakst gebruikt worden. De Liederenbank van het Meertensinstituut is daarvoor een prachtig middel: in die database is een groot aantal liedboeken ingevoerd op zo’n manier dat je ook op melodieën kunt zoeken.
Margot Kalse uit Leiden, neerlandica en zangeres, ging de uitdaging aan. In een project waaraan ze de achterliggende jaren met onder anderen dr. Olga van Marion van de Universiteit Leiden heeft gewerkt stelde ze een top 40 van meest populaire melodieën uit de Gouden Eeuw samen. De afbakening van deze periode nam ze wel ruim: het gaat om het tijdvak tussen 1535 en 1750, de bloeitijd van de liedboekcultuur in de Nederlanden.
Eind mei presenteerden Kalse en Van Marion in Leiden hun productie: een tweedelig liedboek waarin alle teksten en melodieën zijn opgenomen en worden toegelicht, en een 3-cd-uitgave waarop de liederen van de top 40 worden uitgevoerd door Kalse, samen met enkele andere zangers en instrumentalisten. Op de website top40vandegoudeneeuw.nl zijn de melodieën te beluisteren en zijn links te vinden naar de originele bronnen.
Wilhelmus
Boven aan de hitlijst prijkt de meest geliefde melodie uit de vroegmoderne tijd: ”O zalig heilig Bethlehem”. Een rooms-katholiek kerstlied, dat teruggaat op een vroegchristelijke hymne. De melodie van dit gezang wordt in de periode tot 1750 maar liefst 379 keer gebruikt voor een nieuw lied. Dat kan van alles zijn: van een geestelijk gezang tot een liefdesliedje. En niet alleen in rooms-katholieke bundels; na 1630 komt de melodie ook voor in protestantse uitgaven.
Nog een topper: het Wilhelmus. De oorspronkelijke, vlotte melodie is in de Gouden Eeuw populair om een nieuw lied op te maken: ze staat op de tweede plaats in de top 40 van Kalse. Interessant is dat het Wilhelmus zelf ook al een contrafact is. In het ”Geuzenliedboek” van 1576 wordt voor de melodie namelijk verwezen naar een Frans liedje dat het mislukte beleg door de hugenoten van de Franse stad Chartres bezingt. Ironisch: de melodie van een lied tégen de protestanten wordt even later de drager van een lied dat de opstandelingen in ons land verbindt.
In het liedboek staan overigens twee versies van het Wilhelmus: ook de statige variant die we nu kennen wordt uitgevoerd. Bij meer liederen biedt het liedboek twee varianten, vaak de oorspronkelijke geestelijke en een ‘nieuwe’ wereldlijke. Daarom staan er in totaal geen 40 maar 52 liederen in het liedboek. Voor de cd zijn 42 liederen vertolkt.
Psalmen
Opvallend is dat in de hitlijst maar liefst twaalf melodieën uit het psalmboek van Petrus Dathenus zijn opgenomen: bijna een derde. Het gaat om negen psalmmelodieën en drie wijzen van gezangen: de Tien Geboden, de Lofzang van Maria en het Gebed des Heeren.
De melodie van Psalm 24 (en 62, 95 en 111) is het meest populair: ze staat op de derde plaats in de top 40. Onder de talloze contrafacten zijn veel geestelijke, vermanende of bespiegelende liederen. De 17e-eeuwse Haarlemse predikant Samuel Ampzing maakt bijvoorbeeld een lied over de bruid uit het Hooglied op de melodie van Psalm 24. De Amsterdamse dichter G. A. Bredero gebruikt de wijs echter voor een lied over een ruzie in de Amsterdamse rederijkerskamer D’Eglentier aan het begin van de 17e eeuw. Op de cd zijn twee varianten te horen: Psalm 24 van Dathenus en het lied van Bredero.
Nog een psalmmelodie die hoge ogen gooit in de Gouden Eeuw: Psalm 36 (en 68). Die kwam op plek vijf van de lijst terecht. Als een van de vele contrafacten vond Kalse een geuzenlied dat het ontzet van Leiden in 1574 bezingt: ”Van de schoone Victorie van Leyden”. In elf strofen wordt het hele verhaal verteld en wordt God gedankt voor de overwinning. En passant krijgt in couplet 9 Amsterdam een draai om de oren: de stad moet niet blind blijven, maar voor de Opstand kiezen; anders staat hij de Heere tegen.
De melodie van de Lofzang van Maria is eveneens populair. Ze staat op de tiende plaats in de top 40: 285 keer wordt deze wijs hergebruikt. Niet alleen voor vrome teksten. Het liedje dat Kalse koos komt uit het treurspel ”Theseus en Ariadne” van P. C. Hooft. Daarin treurt een nimf om het verlies van haar geliefde. Terwijl de natuur, de vogels en het „geile vee” vrolijk zijn, lijdt zij smartelijke liefdespijn…
Meer zingen
Kalse vertelt desgevraagd dat ze al jaren bezig was met de liederen uit de Gouden Eeuw. In coronatijd kwam het project in een stroomversnelling, toen het plan ontstond om een top 40 van meest gebruikte melodieën samen te stellen. Op de site van het onlinetijdschrift voor taal- en letterkunde Neerlandistiek kregen zij en Van Marion de kans om wekelijks een artikel te publiceren over een van de liederen van de hitlijst: van 40 naar 1. De eerste aflevering verscheen twee jaar geleden; de laatste vorig jaar zomer. „Dat was een klus, maar wel heel leuk.”
Zelf heeft Kalse als zangeres (alt) de meeste liederen ingezongen. Moeilijk? „Het was pittig: 42 liederen, dat is veel. We hebben zeven dagen opgenomen en vier dagen gemonteerd. Maar ik heb het steeds boeiend gevonden. Bovendien is dit oud-Nederlandse repertoire in de achterliggende jaren mijn specialiteit geworden. Dat ik ook neerlandica ben is handig: ik begrijp die teksten goed.”
In de verantwoording schrijft Kalse dat haar top 40 op een aantrekkelijke manier dit historisch erfgoed bewaart, ontsluit en doorgeeft. „In al hun diversiteit vormen de melodieën van de top 40 als het ware een poort naar de rijkdom van het cultureel erfgoed van het Nederlandstalige lied.” Meer kennis van en waardering voor dit erfgoed dus, maar Kalse zou ook graag zien dat deze liederen weer gezongen gaan worden. In dat kader geeft ze workshops rond dit project. „Wij hebben Griekse vrienden. Op een feestje houden zij niet meer op met zingen, terwijl wij Nederlanders met twee liedjes klaar zijn. Alleen mensen die in de kerk zijn opgegroeid, zijn nog gewend regelmatig liederen in het Nederlands te zingen. Anderen doen dat bijna nooit meer; terwijl dat vroeger in ons land heel gebruikelijk was. Het zou mooi zijn als er door dit project weer meer gezongen gaat worden.”
Meer informatie: top40vandegoudeneeuw.nl