Buitenland

VS willen waarnemers in Midden-Oosten

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, heeft dinsdag na afloop van een ontmoeting met de Egyptische president Hosni Mubarak in Caïro gezegd dat de Verenigde Staten bereid zijn waarnemers naar het Midden-Oosten te sturen om toezicht te houden op een bestand tussen de Palestijnen en Israël.

Buitenlandredactie
10 April 2002 10:13Gewijzigd op 13 November 2020 23:30

Powell bevestigde dat hij later deze week een onderhoud zal hebben met de Palestijnse leider Yasser Arafat.

Powell noemde het sturen van waarnemers belangrijk voor „het herstel van het vertrouwen tussen beide partijen.” Een waarnemersmissie ter bescherming van het Palestijnse volk is al lange tijd een essentiële voorwaarde van Mubarak en andere Arabische leiders die de VS proberen te betrekken bij het vredesproces.

Powell zei op een gezamenlijke persconferentie met de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken, Ahmed Maher, voor de eerste maal ronduit dat hij van plan is Arafat persoonlijk te spreken, zoals hij ook de Israëlische premier Ariel Sharon zal spreken. In de gesprekken met beide leiders zal volgens hem moeten worden gepraat over een bestand en over onderhandelingen die moeten leiden tot de oprichting van een Palestijnse staat.

De Amerikaanse bewindsman liet zich positief uit over de terugtrekking van Israëlische militairen uit de Palestijnse steden Qalqiliya en Tulkarem en zei te hopen dat die stap „het begin van het einde” van het geweld in het Midden-Oosten zal zijn. Powell erkende dat het vredesproces een politieke dimensie moet krijgen, die uitzicht biedt op een Palestijnse staat. Hij maakte geen gewag van de eerder door de regering-Bush gestelde voorwaarde dat er eerst een staakt-het-vuren moet zijn voordat er kan worden onderhandeld. „We weten allemaal dat we het politieke proces op gang moeten brengen.”

Het Kinderfonds van de Verenigde Naties en het Wereldvoedselprogramma (WFP) hebben gisteren geprofiteerd van een pauze in de gevechten in de Palestijnse gebieden en hulp naar onder meer Bethlehem en Ramallah gestuurd.

Het WFP, dat gewoonlijk 158.000 Palestijnen van voedsel voorziet, heeft het grootste gedeelte van de gebieden bijna twee weken niet kunnen betreden. De organisatie zei hulpvoorraden te hebben afgeleverd bij ziekenhuizen, weeshuizen, medische centra en bejaardenhuizen.

Een woordvoerder van UNRWA, de VN-hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen, René Aquarone, omschreef de situatie in de kampen als „niets minder dan afschuwelijk.” Hij zei dat maandag op een UNRWA-ambulance was gevuurd en dat het voertuig gedeeltelijk was vernield. Israëlische militairen hadden een UNRWA-arts gearresteerd en in Bethlehem een school en een kliniek van de organisatie voor militaire doeleinden bezet.

De Wereldgezondheidsorganisatie maakte dinsdag bekend dat zij twee gedelegeerden naar de regio zou sturen om onderzoek te doen naar de gezondheidssituatie. Ook werd de laatste hand gelegd aan voorbereidingen voor een speciale onderzoeksmissie van VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Mary Robinson. De commissie bestaat naast Robinson uit de Zuid-Afrikaanse oud-politicus Cyril Ramaphosa en de Spaanse ex-premier Filipe Gonzalez. Het wachten is op formele toestemming van Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer