Oekraïne had om zes extra pantserhouwitsers gevraagd. Die zijn nodig voor de zware strijd tegen de Russen in het oosten van het land. Kiev roept landen al langer op om meer zware wapens te sturen nu de oorlog in een uitputtingsslag is veranderd die met name met artillerie wordt uitgevochten.

Nederland en Duitsland gaven eerder respectievelijk vijf en zeven pantserhouwitsers aan Oekraïne. Oekraïense militairen zijn de afgelopen weken getraind om het geschut te bedienen. Vorige week maakte het ministerie van Defensie bekend dat de wapensystemen in Oekraïne zijn aangekomen.

De extra pantserhouwitsers gaan „zo snel mogelijk” naar Oekraïne, zegt Ollongren. „Omdat we de urgentie zien van dit verzoek.” Ze wijst erop dat de Oekraïners er inmiddels mee vertrouwd zijn en hun eigen collega’s kunnen trainen.

Kiev had specifiek aangedrongen op achttien exemplaren, omdat die samen een slagvaardige eenheid zouden vormen. „Dat is militaire logica” voor de Oekraïense strijdkrachten, legt Ollongren uit. „Zo is hun artillerie ingericht.”

Het kabinet zegt door te gaan met het sturen van zware wapens. Daar dringt de Tweede Kamer ook op aan. Maar de voorraden van Defensie beginnen wel te slinken. Daarom wil het ministerie ook wapens gaan kopen om naar Oekraïne te sturen.

„Dit voelen we wel”, zegt Ollongren. „Dit raakt ons echt.” Maar ze gaat niet zover als haar Duitse collega, die zegt dat er niet meer in zit dan dit.

De vorige vijf exemplaren kwamen uit de reserve. Deze drie nieuwe worden wel actief gebruikt door de landmacht. Daarom gaat Defensie ze zo snel mogelijk vervangen, schrijft Ollongren in een brief aan de Kamer.

Ook munitie voor de pantserhouwitsers die nu naar Oekraïne gaan, heeft Nederland niet genoeg. Die wordt samen met onder meer Duitsland geleverd.

Sinds het begin van de oorlog op 24 februari steunt het kabinet de Oekraïners met wapens. Defensie stuurde onder meer pantservoertuigen, Harpoon-antischeepsraketten, kleine drones, radarapparatuur en munitie.