Steeds meer jeugd zwerft op straat
Het aantal zwerfjongeren is het afgelopen jaar met 8 procent gestegen. De Algemene Rekenkamer schat het totaalaantal zwerfjongeren momenteel op 4994. Maar de opvangcapaciteit blijft ver bij deze stijging achter.
Dat blijkt uit een maandag verschenen rapport van de Algemene Rekenkamer. De Rekenkamer constateert dat gemeenten meer doen aan de opvang van deze jongeren en dat ook de provincies alerter zijn, maar dat het aantal voorzieningen toch tekortschiet. Al twee keer eerder, in 2002 en 2003, wees de Rekenkamer op het feit dat er niet voldoende hulpverlening en opvangcapaciteit zijn.
De Rekenkamer baseert de gegevens op schattingen van gemeenten. Signalen van hulpverleners zijn daarbij meestal de voornaamste leidraad. Volgens de laagste schatting telt Nederland 3184 zwerfjongeren.
Mensen tot 25 jaar met veel problemen die dakloos zijn of in een opvangcentrum verblijven, worden als zwerfjongeren gekenschetst. De jeugdzorg is verantwoordelijk voor jongeren tot 18 jaar. Vooral oudere jongeren dreigen tussen wal en schip te raken.
Volgens de Rekenkamer ontbreekt het in veel gemeenten aan een specifieke opvang voor jongeren. Jongeren worden vaak opgevangen op plaatsen die niet voor hen bedoeld zijn, bijvoorbeeld in de nachtopvang voor drugsverslaafden. Velen krijgen helemaal geen opvang of zwerven over straat, waardoor ze gemakkelijk met criminaliteit in aanraking komen.
Slechts in 13 van de 43 onderzochte gemeenten zijn specifieke pensions ingericht. De begeleiding is daar afgestemd op het perspectief van vervolghuisvesting, arbeid en onderwijs. Slechts tien centrumgemeenten hebben op dit moment alle vijf de vormen van hulpverlening in huis: preventie, signalering, jongerenopvang, begeleiding en vervolgtrajecten. Vorig jaar waren dat er negen.
In 2003 waren er ongeveer 320 van dergelijke plaatsen beschikbaar. Hoewel het kabinet 3 miljoen euro had uitgetrokken om het aantal plaatsen uit te breiden, hebben gemeenten en provincies het geld vooral besteed aan preventie. Daardoor is er nu slechts opvang voor één op de tien zwerfjongeren. Vrijwel alle gemeenten hebben wel voorzieningen voor crisisopvang.
De Federatie Opvang, de koepelorganisatie voor maatschappelijke opvang, vindt dat het kabinet onmiddellijk in actie moet komen. Volgens de federatie zijn er minstens 1200 plaatsen extra nodig.
De Rekenkamer heeft minister Hoogervorst van Volksgezondheid aanbevolen de gemeenten en provincies te stimuleren ervoor te zorgen dat er meer voorzieningen komen. Met ingang van 1 januari gaat de bewindsman in elk geval de wettelijke registratieregeling aanscherpen, zodat de overheid de omvang van de problematiek nog beter in beeld krijgt.