Binnenland

Richting school weegt ouders minder zwaar

Een op de vijf ouders hecht niet aan de richting van de school waar ze hun kinderen naartoe sturen. De sfeer en de bereikbaarheid van de school blijken het zwaarst te wegen, zwaarder nog dan de kwaliteit van het onderwijs. In het voortgezet onderwijs geeft de wens van het kind de doorslag.

Onderwijsredactie
21 December 2004 11:07Gewijzigd op 14 November 2020 02:01

Dat blijkt uit het onderzoek ”Ouders over opvoeding en onderwijs” van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Hiervoor zijn ruim 2000 ouders ondervraagd. De resultaten werden dinsdag gepubliceerd.

In 1990 had 7 procent van de ouders van leerlingen in het basisonderwijs geen voorkeur voor een richting. In 2000 was dat toegenomen tot 15 procent. In het voortgezet onderwijs steeg dit percentage van 8 naar ruim 20.

In het protestants-christelijk, reformatorisch en gereformeerd vrijgemaakt onderwijs is de levensbeschouwing nog altijd het belangrijkst bij de schoolkeuze. Van de Turkse en de Marokkaanse ouders in Nederland heeft echter slechts een op de drie een voorkeur voor islamitisch basisonderwijs. Momenteel kan overigens slechts de helft van hen ook daadwerkelijk voor een dergelijke school kiezen. Bij ouders die voor rooms-katholieke scholen kiezen blijkt de richting van net zo weinig belang als bij ouders uit het openbaar onderwijs.

In de opvoeding leggen hoger opgeleide ouders meer nadruk op zelfstandigheid, lager opgeleiden meer op gehoorzaamheid en goede manieren. Scholen zien zich vaak genoodzaakt steeds meer problemen uit de gezinnen op te vangen. Uit de SCP-cijfers blijkt echter dat slechts 53 procent van de ouders voor de school een opvoedkundige taak weggelegd ziet.

Van alle ouders is 80 procent positief over de kwaliteit van de school van zijn kind. Minder tevreden zijn ze over de aandacht van de school voor hoogbegaafde leerlingen, voor kinderen met leerproblemen en voor de wensen van de ouders.

Een op de veertien leerlingen wordt uit onvrede door de ouders naar een andere basisschool overgeplaatst. In het voortgezet onderwijs gebeurt dit aanzienlijk minder vaak.

Door de invoering van leerlinggebonden financiering (het rugzakje) kunnen kinderen met problemen vaker naar het gewone onderwijs. Van alle ouders blijkt echter een meerderheid hier niet blij mee te zijn (74 procent in het basisonderwijs, 60 procent in het voortgezet onderwijs), uit vrees voor de kwaliteit van het onderwijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer