Kabinet bestrijdt personeelstekort, effect ‘vertraagd merkbaar’
Het kabinet komt met een actieplan tegen het tekort aan personeel, met daarin ook „verdergaande maatregelen”. Maar de meeste plannen hebben pas later effect, ook omdat nieuw beleid langere tijd mee moet gaan. De krapte op de arbeidsmarkt is dus nog wel even voelbaar
Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken schreef vrijdag met collega-bewindspersonen een uitgebreide brief aan de Kamer over het tekort aan arbeidskrachten. Die krapte is zichtbaar in het dagelijks leven, zoals in het openbaar vervoer en op Schiphol. Naast een belangrijke rol voor werkgevers moet ook de overheid optreden, erkent de bewindsvrouw. Het kabinet wil het aanbod van werk vergroten en de vraag ernaar verminderen. Vraag en aanbod moeten daarnaast beter bij elkaar worden gebracht.
Daarom wil het kabinet investeren in innovaties, opleidingen beter afstemmen op het type werknemer waar veel vraag naar is, en zorgen dat meer mensen aan de slag kunnen. Maar ook worden minder conventionele maatregelen getroffen. Het kabinet wil het bijvoorbeeld voor mensen aantrekkelijker maken om na hun pensioenleeftijd door te werken. Mensen die naar sectoren overstappen met grote tekorten moeten geholpen worden. Mogelijk moeten bepaalde kwaliteits- en opleidingseisen worden aangepast. Tot slot onderzoekt het kabinet een voltijdsbonus. Werknemers zouden dan een extraatje krijgen als zij besluiten meer uren te gaan werken.
Ironisch genoeg is het succes van de ingrepen veelal afhankelijk van de vraag of er genoeg mensen zijn. Bijvoorbeeld in de kinderopvang, zodat ouders meer kunnen gaan werken. Voor innovatie zijn genoeg ICT’ers nodig en nieuw beleid pakt alleen goed uit als er voldoende mensen bij de uitvoeringsorganisaties werken.
Op korte termijn kan de overheid niet al te veel betekenen, geeft het kabinet toe. „Handelen door de overheid wordt pas vertraagd merkbaar”, aldus Van Gennip. De maatregelen moeten bovendien niet alleen een antwoord bieden op het urgente probleem waarmee Nederland kampt, maar ook later nog bruikbaar zijn. Volgens werkgeversorganisaties MKB Nederland en VNO-NCW is er „echt meer nodig om versneld een doorbraak te creëren in het oplossen van het personeelstekort”. De organisaties bepleiten meer „onconventionele maatregelen van zowel werkgevers als overheden”.
Vakbond FNV is blij met de maatregelen, maar heeft wel „punten van commentaar”. De bond wil dat de overheid meer doet tegen flexcontracten: „Het vaste contract moet weer de norm worden.” Het kabinet zou ook het minimumloon naar 14 euro per uur moeten verhogen, zodat werk beter betaald en aantrekkelijker wordt.