Zendeling François Coillard werd ontdekkingsreiziger tegen wil en dank
„Een man van God”, zo noemt Ada Schouten-Verrips de Franse zendeling François Coillard (1834-1904). Ze schreef over hem het boek ”Bijbel, Bantoes en Boeren”, dat vrijdag werd gepresenteerd bij uitgeverij Gebr. Koster in Barneveld.
Vanwege een ongelukkige val kon de auteur niet zelf het eerste exemplaar van haar boek in ontvangst nemen. In haar plaats nam Gerrit van Dijk uit Genemuiden de honneurs waar. Van Dijk zette Schouten een paar jaren geleden op het spoor om het levensverhaal van de Franse zendeling op schrift te stellen. Zelf was hij er eerder door gegrepen, tijdens een lezing in Frankrijk. Met een powerpointpresentatie trekt hij sindsdien het land door om het verhaal van de „grootste Franse zendeling ooit” onder de aandacht brengen. Die voorstelling liet hij vrijdag ook bij de boekpresentatie zien.
In het boek van Schouten staan verrassend veel foto’s. „Van Drenthe in 1870 bestaan minder foto’s dan van de zendingsvelden in Afrika waar Coillard werkte”, zei redacteur Joop Hardeman van uitgeverij Koster bij de boekpresentatie. „Het Franse zendingsgenootschap stuurde Coillard niet alleen met de Bijbel naar dat werelddeel, maar ook met een vulpen en fotocamera. Zodoende kunnen de generaties na hem nog steeds kennisnemen van zijn zendingswerk middels woord en beeld.” Van Dijk lichtte toe dat Coillard in opdracht van het Franse zendingsgenootschap foto’s maakte om het zendingswerk in het thuisland onder de aandacht te brengen. „Dat was goed voor de fondsenwerving.”
Ontdekkingen
Maar Coillard deed meer dan foto’s maken, werd duidelijk uit Van Dijks presentatie. Na Coillards overlijden in 1904 omschreef de Franse krant Le Figaro de zendeling als „de Franse Livingstone” en „de belangrijkste Franse ontdekkingsreiziger ooit.” Volgens Van Dijk werd Coillard dat echter tegen wil en dank. „Het zendingsgenootschap gaf hem de opdracht om naar nog onontdekte gebieden te gaan om te kijken of daar mogelijkheden waren om het Evangelie te brengen. Daarnaast was er in die tijd veel belangstelling voor nieuwe ontdekkingen, bijvoorbeeld op het gebied van de natuur. Coillard was echter vooral een zendeling, die zijn leven in dienst van God stelde.”
Van Dijk noemde Coillard een indrukwekkende figuur, maar geen krachtpatser. „Hij was gevoelig, op het sentimentele af. Zijn kordate vrouw Christina Mackintosh vulde hem wat dat betreft mooi aan. Coillard schreef ook gedichten en speelde accordeon.
Geloofsvertrouwen
Dat hij een groot geloofsvertrouwen had, bleek wel toen hij in Masonda, 500 kilometer ten oosten van Bulayawo (Zimbabwe), werd geconfronteerd met een grote groep woeste Matebele-krijgers. Zij beletten de ossenwagens van Coillard en zijn mensen de doorgang en eisten buskruit. Coillard wilde wel een os geven, maar geen buskruit. Daar was hij principieel op tegen. Toen de krijgers de volgende morgen een ossenwagen wilden plunderen, ging Coillard met een onvoorstelbare rust voor de wagen staan. Tegen zijn zwarte reisgezellen zei hij: „Kalm! Neer die wapens! Laten wij ons als christenen gedragen en zo nodig als martelaren sterven.” De uitzonderlijke kalmte van de zendeling maakte indruk op de Matabelen. Ze vermoedden dat een hogere macht hem beschermde. Toen iemand opeens een schreeuw gaf, brachten de geschrokken ossen de wagens met een schok in beweging. De Matabelen stoven uiteen en uitten alleen nog wat bedreigingen. Coillard zei: „Wij zijn dienstknechten van de ware God en hadden niets kwaads in de zin.””
Zeker voor die tijd was het bijzonder hoe Coillard omging met zijn zwarte medemensen. In Lesotho wilden de Bantoes hem in 1859 ”baassie” noemen, maar dat weigerde de zendeling pertinent. Later, toen de Boerenoorlogen tussen de van oorsprong Nederlandse Afrikaners (Boeren) en de Britten uitbraken, had Coillard veel begrip voor de Boeren. Maar hij nam afstand van hun superioriteitsgevoel ten opzichte van de zwarten, die hij als zijn gelijken beschouwde.
In het hart
Schouten, die per mail haar bijdrage aan de presentatie doorgaf, noemde Coillard „een man van God. In geloof, door diepten en over hoogten, mocht hij zijn weg gaan. Eerst alleen, later met zijn vrouw die zich in eerste instantie een vreemdeling in een vreemd land voelt, maar gaandeweg één met de inlandse bevolking wordt. Coillard laat zich in dagboekstukken en brieven in zijn hart kijken. Hij schroomt niet om ook dingen te benoemen die minder strelend voor een mens zijn.”
Schouten gaf aan dat ze dankzij haar onderzoek naar Coillard „scherper dan ooit” ziet dat zending relatie is. „En duidelijker dan ooit dat oorlogen –zoals die tussen Boeren en Engelsen, maar ook recent de oorlog in Oekraïne– nooit zwart-wit zijn. Die nuance bracht Coillard aan; op die manier kon hij tussen de partijen staan, met liefde in zijn hart voor alle naasten die de Heere op zijn weg bracht.”
Van Dijks presentatie is ook zaterdag te zien tijdens de tweede actiedag in het magazijn van uitgeverij Gebr. Koster.