Celstraf na lastercampagne en bedreigingen tegen Noorse Broeders

In de afgelopen jaren is de christelijke geloofsgemeenschap in Europa en in de Verenigde Staten geconfronteerd met een opeenvolgende reeks brandstichtingen, afpersingen, lastercampagnes, oplichting en verduistering. V. stuurde vanaf maart 2016 dreigberichten naar CGN, naar de fondsenwervingsorganisatie van CGN en naar diverse personen binnen de geloofsgemeenschap. Hij eiste 850.000 euro voor het uit de media houden van volgens hem belastende informatie. V. voerde aan dat hij een overeenkomst met CGN had op grond waarvan de geloofsgemeenschap hem dit geld schuldig zou zijn. Betrokkenen ontkennen het bestaan van zo’n overeenkomst en V. heeft tijdens de rechtszitting niet aangetoond dat die er was. Geen van de slachtoffers heeft geld aan V. betaald. Vanaf eind 2020 beheerde V. een site die hij vulde met honderden pagina’s met beledigende teksten en afbeeldingen en onware verhalen over CGN. Onduidelijk bleef of V. een opdrachtgever had voor zijn activiteiten. Hij wilde tijdens de rechtszitting niet de naam noemen van de „maat” met wie hij naar eigen zeggen samenwerkte. David Nooitgedagt, bestuurder van Stichting Christelijke Gemeente Nederland, zegt in een reactie dat de afgelopen zeven jaar „een niet voor te stellen nachtmerrie” zijn geweest voor met name voorgangers, bestuurders, leden van de geloofsgemeenschap en hun kinderen. „We zijn heel blij dat steeds meer zaken worden opgehelderd naar aanleiding van politieonderzoek en strafzaken zoals deze waarin Marcel V. is veroordeeld.” Tijdens de zitting over de zaak van V. op 2 juni zei de voorzitter van de rechtbank geschrokken te zijn van het strafverleden van V., die bij elkaar meer dan 10 jaar van zijn leven heeft vastgezeten in verband met onder meer brandstichting, oplichting, fraude en het bezit van wapens en munitie. „Waarom verdachte deze slachtoffers heeft uitgekozen is voor mij niet duidelijk geworden,” zei de officier van Justitie op 2 juni in de rechtszaal. „Wel duidelijk is, dat de e-mails en de website grote impact hebben gehad op de slachtoffers.” Nooitgedacht noemt het „buitengewoon verontrustend” dat nog niet duidelijk is geworden waarom deze criminele praktijken tegen de geloofsgemeenschap zijn gepleegd, en wie de eventuele opdrachtgever is. „Dit wens je geen enkele kerk of organisatie toe.” V. kreeg van de rechtbank een proeftijd van drie jaar.

Celstraf na lastercampagne en bedreigingen tegen Noorse Broeders

Kerk & religie

RD.nl in uw mailbox?