EU beperkt gebruik van schadelijke batterijen
Het gebruik van batterijen met nikkel-cadmium wordt binnen de EU sterk beperkt. Verder moeten de landen van de Unie op den duur minimaal 45 procent van alle verkochte batterijen inzamelen en recyclen.
De ministers van Milieu van de 25 lidstaten hebben maandag, onder voorzitterschap van staatssecretaris Van Geel, tijdens een vergadering in Brussel hiertoe besloten. De Nederlandse bewindsman toonde zich na afloop tevreden. Hij sprak van een enorme winst in de strijd voor een schone leefomgeving.
Batterijen met nikkel-cadmium zijn goedkoop, maar schadelijk. Als ze op de stortplaats terechtkomen, is er het risico dat ze gaan lekken en het grondwater vervuilen. Bij verbranding verspreiden ze giftige gassen in de atmosfeer. Beide metalen kunnen de gezondheid aantasten.
Het verbod zal voorlopig niet gelden voor onder andere draadloze gereedschappen, noodverlichting, alarminstallaties en medische apparatuur. Die uitzonderingen omvatten wel ongeveer tweederde van het gebruik. Doel is uiteindelijk ook voor deze toepassingen alternatieven, veelal met lithium, te vinden.
Ten aanzien van de omvang van de inzameling hebben de ministers bepaald dat vier jaar na de inwerkingtreding van het besluit een niveau van 25 procent dient te zijn bereikt. Nog eens vier jaar later ligt die ondergrens op 45 procent. Dat betekent in absolute aantallen zo’n 5 miljard stuks. Vooral de Oost-Europese landen, Italië en Griekenland bepleitten minder strenge normen, maar slaagden er niet in voor dat voorstel een meerderheid te mobiliseren.
Nederlanders brengen nu vrijwillig reeds 34 procent van de gekochte batterijen nadat de energie ervan is verbruikt terug bij de winkelier. Daarmee onderscheidt het zich qua prestatie op dit gebied als de nummer drie in de rangorde binnen de EU.
De beslissingen van de ministers hebben de instemming nodig van het Europees Parlement. Dat nam enkele maanden geleden in een eerste ronde al een standpunt in. Die besluitvorming vond plaats aan de hand van een rapport dat was vervaardigd door afgevaardigde Blokland (ChristenUnie-SGP).
Hij noemt in een reactie de opstelling van de ministers over dit controversiële onderwerp „moedig”, maar meent dat er te veel uitzonderingen blijven bestaan. Voor bijvoorbeeld draadloze gereedschappen zijn volgens hem al goede vervangers beschikbaar.
Verder had het EP aangedrongen op een minimum voor de inzameling van 50 procent over vier jaar en van 60 procent over zes jaar. In tweede lezing zullen de volksvertegenwoordigers naar verwachting opnieuw kiezen voor ambitieuzere percentages. In dat geval moet er daarna met de regeringen worden onderhandeld over een compromis.