Commissie: invloed koninklijk huis in zaak-Poch niet gebleken
Het koninklijk huis heeft voor zover is na te gaan geen invloed uitgeoefend op het onderzoek naar de Argentijns-Nederlandse piloot Julio Poch. Een commissie die hier onderzoek naar deed, concludeert dat koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Beatrix en kringen rond het koninklijk huis „pas in een zodanig laat stadium op de hoogte zijn geraakt van de zaak-Poch, dat zij het onderzoek naar de heer Poch niet hebben kunnen beïnvloeden”, schrijft justitieminister Dilan Yeşilgöz in een brief aan de Tweede Kamer.
De Kamer wilde opheldering over een telefoongesprek dat plaatsvond in 2007 tussen de toenmalige vicepresident van Eurojust met een onbekende vrouw die claimde dat zij belde vanuit kringen rond het koninklijk huis. De vrouw beschikte over vertrouwelijke informatie en verzocht hem te interveniëren en het onderzoek te laten stopzetten, omdat de zaak tegen Poch te pijnlijk zou zijn voor Máxima. De piloot werd verdacht van het uitvoeren van zogeheten dodenvluchten tijdens de militaire dictatuur in Argentinië. De vader van Máxima maakte deel uit van dat regime.
Een eerder onderzoek naar dit telefoontje leidde tot niets, maar de Kamer nam daar geen genoegen mee. Een nieuwe commissie van oud-senator Alexander Rinnooy Kan stelt nu dat „niets erop wijst” dat het gesprek is gevoerd vanuit de directe omgeving van het koninklijk huis. Volgens de commissie wisten voorafgaand aan het telefoontje al tientallen mensen af van het onderzoek naar Poch.
De informatie over het onderzoek was destijds al bekend onder medewerkers van de Nationale Recherche, het Openbaar Ministerie, Eurojust en Europol. De commissie acht het „niet ondenkbaar” dat via deze vele geïnformeerden informatie is gelekt. Daarbij is „niet gebleken” dat er een mogelijke lijn was vanuit deze groep naar het koninklijk huis of kringen daaromheen. Toenmalig koningin Beatrix, Willem-Alexander en Máxima zeggen dat zij in 2009 via een krant vernamen over de arrestatie van Poch. Een artikel over een vermeende Argentijnse oorlogsmisdadiger uit 2007 hadden ze niet gelezen.
De commissie heeft „geen reden te twijfelen aan hetgeen door zo vele betrokkenen is verklaard over de vraag op welke moment ze op de hoogte zijn geraakt van de zaak-Poch”. Tegelijk wijst de commissie erop dat „het notoir lastig is om aan te tonen dat iets níét heeft plaatsgevonden, in casu bemoeienis met het onderzoek-Poch vanuit het koninklijk huis: afwezigheid van bewijs is nu eenmaal niet hetzelfde als bewijs van afwezigheid”.
Poch werd in 2009 opgepakt in Spanje en zat als verdachte in Argentinië vast tot zijn vrijspraak in 2017. Nadien is onderzoek verricht naar de rol die de Nederlandse overheid speelde in zijn zaak. De inmiddels 70-jarige Poch ontving een schadevergoeding van het kabinet.