Hoe afschaling veehouderij agrarisch onderwijs raakt
De aangekondigde ingrepen die het kabinet wil doen in de veehouderij, zal zonder meer impact hebben op de instroom van agrarische studenten en het curriculum van opleidingen. Dat verwacht Robert Baars, lector aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden.
Onder studenten heerst een soort gelatenheid, merkt hij. „Er wordt veel gepraat over veehouders. Maar je hoort weinig voorstellen waarmee zij problemen kunnen oplossen. Heel frustrerend.”
Volgens Baars vragen de kabinetsplannen van de hogeschool dat die studenten bewust maakt van de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. „Onze taak is om studenten te trainen daarvoor open te staan.” Dat is geen automatisme. „De generatie 50-plussers is vaker bereid om om te schakelen naar duurzamere systemen. Terwijl jongeren zich vooral afvragen of ze überhaupt een bedrijf kúnnen starten. Ook als jonge agrariërs duurzaamheid een warm hart toedragen, blijft prioriteit nummer één: hoe krijg ik een boerenbedrijf in handen?”
In de toekomst blijven studenten nodig die zich met hart en ziel willen inzetten voor de veehouderij, hoewel dat er minder zullen zijn dan voorheen. „Op termijn raakt de inkrimping de sector als geheel natuurlijk keihard, dus ook de veevoerindustrie, mechanisatie en diergezondheidsbranche.” Studenten zullen volgens de lector in de toekomst vaker aan de slag gaan bij bedrijven die gericht zijn op het reduceren van emissies. Of bij veehouderijen die ook andere verdienmodellen hebben om rond te komen.
Hoewel er door de discussie over stikstof op den duur minder mensen hun brood kunnen verdienen in de agrarische sector, levert die ook nieuwe banen op. „Denk aan adviseurs die boeren vertellen hoe ze minder uitstoot kunnen realiseren.”
Baars denkt dat de animo van scholieren in toekomst verschuift van traditionele veehouderijopleidingen naar studies die zich meer richten op biodiversiteit en het milieu. „De politieke druk en negatieve aandacht voor de landbouw zet jongeren wel aan het denken. Steeds meer studenten zullen op een andere manier aan het werk gaan binnen de agrarische sector.”