Gevaar van Oekraïne-moeheid ligt op de loer
Een lange oorlog, misschien wel van jaren, dreigt in Oekraïne. Dat waren dit weekeinde de sombere waarschuwingen van NAVO-chef Jens Stoltenberg en de Britse premier Boris Johnson over het conflict. Vooralsnog ziet het er helaas naar uit dat ze gelijk krijgen. Het gevaar van Oekraïne-moeheid ligt daarmee nu al op de loer.
Zoals met elke dramatische gebeurtenis, verslapt de aandacht ervoor na verloop van tijd. Dat is met Oekraïne niet anders.
Na de Russische invasie eind februari werd de wereldopinie in sneltreinvaart gemobiliseerd ten gunste van de Oekraïense bevolking. Dat uitte zich op staatsniveau in zware sancties tegen Moskou en politieke en militaire steun aan Kiev. Burgers uitten zich met massaal vlagvertoon, het organiseren van talloze hulpacties en het opnemen van vluchtelingen.
Na vier maanden oorlog zijn de eerste tekenen van Oekraïne-moeheid zichtbaar. Het nieuws over de strijd domineert niet langer de eerste pagina’s van de kranten. Gezinnen beginnen tegen de opvang van ontheemden op te zien. Nieuwe sancties tegen Rusland zijn niet langer een hamerstuk.
Zorgelijker zijn de berichten over kennelijke oorlogsmoeheid binnen de Oekraïense strijdkrachten. Het Britse ministerie van Defensie meldde dit weekeinde dat het moreel onder Oekraïense soldaten aan het oostfront daalt. Diverse militairen zouden de afgelopen tijd zelfs zijn gedeserteerd. Eerder deden die berichten alleen over het Russische leger de ronde.
Het dalende moreel komt enerzijds doordat het Oekraïense leger in het oosten van het land momenteel een ongelijke strijd voert tegen de Russen. De forse verliezen aan mensenlevens leveren geen centimeter terreinwinst op. Sterker nog: stukje bij beetje raken de strijdkrachten de controle over de Donbasregio kwijt.
Anderzijds beseffen ook de Oekraïense militairen dat de oorlog misschien nog wel jaren kan duren, zij het dan vermoedelijk met een minder intens karakter. Zij hebben het schrikbeeld voor ogen van de afgelopen acht jaar. In die periode werd in het oosten vrijwel voortdurend een loopgravenoorlog gevoerd. Die onttrok zich grotendeels aan de internationale waarneming.
Deze week staat Oekraïne echter weer even nadrukkelijk op de Europese kaart. Donderdag en vrijdag spreken EU-leiders over het toelaten van het land als kandidaat-lidstaat van de unie. De kans dat Kiev in de Europese wachtkamer komt, lijkt aanzienlijk. Daarna begint echter het proces van toetreding, met alle voorwaarden en formaliteiten die daarbij horen. Dat is een jarenlang traject, dat evenmin zal bijdragen aan blijvende aandacht voor de situatie in het land.
Niet voor niets riepen Stoltenberg en Johnson op Oekraïne niet te laten vallen. Oekraïne-moeheid ligt immers levensgroot op de loer.