Stichting Gave organiseert gebedsweek voor vluchtelingen: ”Kom maar bij mij”
Het aantal vluchtelingen wereldwijd groeit al jaren. Stichting Gave roept christenen op om dagelijks voor hen te bidden tijdens de Vluchtelingengebedsweek die zondag begint.
In een gebedsboekje met de titel ”Kom maar bij mij” zet Gave feiten over asielzoekers en vluchtelingen op een rij. Ook biedt de uitgave korte persoonlijke verhalen en voor elke dag enkele gebedspunten, vertelt Gavedirecteur Jan Pieter Mostert. Zijn organisatie vraagt kerken om zondag tijdens de kerkdienst ook aandacht te besteden aan vluchtelingen.
Wat stempelt voor u de Vluchtelingengebedsweek 2022?
Mostert: „De Vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties liet afgelopen maand weten dat er wereldwijd meer dan 100 miljoen mensen op de vlucht zijn, een triest record. Het aantal mensen dat van huis en haard is verdreven, stijgt al jaren en is het afgelopen jaar helemaal met een sprong omhoog gegaan. Dat komt met name door vluchtelingen uit Oekraïne, waar de oorlog inmiddels bijna vier maanden duurt, en uit Afghanistan. Sinds de taliban in dat land de macht hebben gekregen, vluchten steeds meer mensen daarvandaan.”
Waarom kreeg de gebedsweek als thema ”Kom maar bij mij”?
„Aan dit thema zitten verschillende kanten. Denk aan het woord van Jezus: „Kom maar bij Mij, als je vermoeid en belast bent.” Hem aanroepen, met lege handen, is het ultieme thuiskomen.
Het trauma van vluchtelingen is vaak veel dieper dan wij ons kunnen voorstellen. Als iemand zijn werk kwijtraakt, vinden we dat erg. Dat geldt ook als iemand een familielid verliest of z’n huis in vlammen ziet opgaan. Veel vluchtelingen hebben een opeenstapeling van dergelijke ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt. Het zijn immense problemen waar geen eenduidige oplossingen voor zijn. Dat mogen we bij God neerleggen. Intussen moeten we wel nadenken over de verantwoordelijkheid die we in het rijke Westen hebben als het om vluchtelingen gaat.”
Het boekje bevat diverse persoonlijke verhalen. Welk raakt u het meest?
„Ik denk aan het verhaal van Soheila die met haar man uit Iran is gevlucht. Ze heeft via kennissen van de kerk het House of Joy in Zutphen gevonden, een soort huiskamer waar vluchtelingen welkom zijn en kunnen deelnemen aan activiteiten. Ze is daar even weg van de problemen in het azc en ontmoet er vrijwilligers die als familie voor haar zijn. Dat laat zien dat we iets kunnen doen. In zo’n House of Joy creëren we mogelijkheden voor ontmoetingen. Dat er mensen zijn die naar je luisteren lijkt iets kleins, maar kan veel voor vluchtelingen betekenen. Een verhaal als dat van Soheila vind ik hoopgevend. Het kan ook helpen om niet passief te worden.”
Intussen blijft het aantal vluchtelingen stijgen. Maakt dat weleens moedeloos?
„Nadat de oorlog in Oekraïne uitbrak, kwamen er in enkele weken miljoenen vluchtelingen bij. Toen die enorme stroom op gang kwam, heb ik daar een nacht wakker van gelegen. In eerste instantie voelde ik een enorme woede richting Poetin. Toen ben ik begonnen een periode dagelijks voor hem te bidden. Ik dacht: wat zou de wereld enorm veranderen als Poetin zich bekeert. Nog steeds bid ik geregeld voor hem.
Menselijk bezien wordt het vluchtelingenprobleem niet opgelost. Op dit moment neemt het aantal ontheemden uit Somalië sterk toe. Daar is een grote voedselschaarste en de komende maanden wordt er een enorme kindersterfte in dat land verwacht. De nood is bijna niet oplosbaar. Dat zou je inderdaad moedeloos maken. Maar we mogen die nood in het gebed bij God neerleggen en intussen iets betekenen voor de vluchtelingen die op ons pad komen.”