Adviesraad: het Rijk moet dwingender zijn voor meer sociale huur
Het Rijk moet de bouw van sociale huurwoningen door gemeenten en corporaties strakker leiden om de problemen op de woningmarkt tegen te gaan. Zo moet er wettelijk worden vastgelegd hoeveel sociale huurwoningen erbij moeten ten opzichte van de totale woningbouw, schrijft de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) in een nieuw advies aan de regering.
Volgens de Rli zijn er momenteel „serieuze problemen” wat betreft de beschikbaarheid van betaalbare woningen. De adviesraad verwacht dat de rol van woningcorporaties de komende jaren belangrijker gaat worden, omdat „de behoefte aan betaalbare woningen groeit en het aanbod ervan afneemt, vooral dat van commerciële aanbieders”. De sociale woningvoorraad moet daarom fors groeien.
Om dat mogelijk te maken moet onder anderen minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) zowel gemeenten als corporaties dwingend kunnen aanspreken op het verbeteren van hun prestaties, schrijft de Rli in het advies.
Gemeenten moeten in hun omgevingsplannen vastleggen waar sociale en betaalbare woningen worden gebouwd. En ze moeten bij de verkoop van grond verplicht worden eisen te stellen aan de realisatie van sociale woningbouw. Op die manier weten ontwikkelaars en investeerders beter waar ze aan toe zijn.
Ook moet het kabinet afzien van het plan om huurders het recht te geven hun sociale huurwoning te kopen en woningcorporaties moeten gestimuleerd worden meer woningen aan te kopen, meent de Rli. Ook andere organisaties als de corporaties moeten een grotere rol krijgen bij de sociale huur. In het bijzonder denkt het adviesorgaan aan non-profitorganisaties, zoals filantropische organisaties of wooncoöperaties.
Corporatiekoepel Aedes zegt het er „volmondig mee eens” te zijn dat het Rijk hoge prioriteit moet geven aan sociale huurwoningen. „Wij hebben er al langer op aangedrongen dat het Rijk daarbij meer regie neemt, de Rli sluit daarbij aan”, reageert voorzitter Martin van Rijn.
De koepelorganisatie kan zich alleen niet vinden in een voorstel van de Rli om corporaties te verplichten elkaar financieel te helpen als er een moeite heeft om zijn opgaven te halen. Volgens Van Rijn kunnen woningcorporaties zelf een oplossing vinden als een corporatie onverhoopt in financiële nood komt.