„U hebt nog heel wat te doen”
Betrouwbaar. Sociaal. Speels. Barmhartig. Weg tot God. Vroom. Oecumenisch. De termen buitelen over elkaar heen als forumleidster Jacobine Geel de aanwezige predikanten vraagt welk imago de kerk in hun ogen moet hebben. „En welk beeld hebben mensen op dit moment van de kerk?” is haar volgende vraag. Opnieuw vliegen de trefwoorden langs de gewelven van de Utrechtse Domkerk. Saai. Ouderwets. Wereldvreemd. Hele noten. Zwarte kousen. Mannelijk. „Dan hebt u nog heel wat te doen”, stelt ze vast.
Ruim 250 predikanten waren dinsdag naar Utrecht gekomen om daar de jaarlijkse predikantendag bij te wonen. De dag was georganiseerd door de Bond van Nederlandse Predikanten, in samenwerking met de Interkerkelijke Omroep Nederland (IKON). Thema was ”Kerkelijke communicatie in een wereld vol media”.
De in de eredienst gesproken taal is, aldus de bond, „voor veel buitenstaanders abracadabra. De gebezigde uitdrukkingen spreken hoogstens aan als je ze van jongs af geleerd hebt. Van belang zijn daarom vragen zoals: hoe brengen we het Woord in deze tijd nog over? En tot welke prijs?”
In elk geval niet tot elke prijs, was de boodschap van ds. J. Jeroense uit Elst in zijn column ”Lachspiegel”. Daarin stelde hij „de hype van de verleuking” aan de kaak. „Laatst kwam de jeugdcommissie bij me op bezoek. Dus ik vroeg: Wat zullen we deze keer eens organiseren? Het antwoord: „We willen iets leuks gaan doen, iets met internet en computers.” O, zei ik, maar dat moet dan toch zeker over het geloof gaan? Maar nee. „Dat hoeft niet per se. God is toch overal?”
Een paar weken later volgde een telefoontje van de IKON. Of ik wilde spreken op de predikantendag. „Dit jaar gaan we er iets leuks van maken”, zeiden ze.” Het leverde hem het zoveelste voorbeeld van „de ideologie, de terreur van de verleuking. Geloven is toch niet altijd leuk? Niet altijd spectaculair?”
Twee lezingen stonden gisteren op het programma. Chris Doude van Troostwijk, IKON-medewerker en publicist op filosofisch en theologisch gebied, beet het spits af. „In deze wereld is communicatie totalitair geworden”, betoogde hij. „Gij zult uw boodschap in effectieve en algemeen verstaanbare taal voor een gemiddeld publiek inzichtelijk maken.”
De filosoof-theoloog maakte onderscheid tussen kerkelijke communicatie en geloofscommunicatie. „Misschien moeten we als kerkelijken leren communicatief te zijn volgens de regels van het heersende spel. En misschien moeten we ons als gelovigen weerbaar maken door aandacht op te eisen voor het vlees van de communicatie. Dat zijn we aan de incarnatie verplicht.”
Jacobine Geel, presentatrice en betrokken bij verschillende tv-programma’s, ging in haar lezing in op „het geheim.” „Zonder communicatie met de hedendaagse cultuur ontgaat ook de kerk het geheim van het Evangelie. Als het Evangelie niet langer wordt opgeladen vanuit de eigen tijd -bijvoorbeeld via de kunsten-, valt de spanning weg en verliest het zijn zeggingskracht. Het Evangelie zegt ons dat wij gered moeten worden en gered kunnen worden, niet -in de woorden van Kuitert- door God in onze zak te hebben, maar door telkens opnieuw te zien de mens die naast ons is.”
De kerk moet zich „geen bal” aantrekken van wat „men” van haar vindt, poneerde ds. J. Röell, hervormd predikant in het Limburgse Grevenbicht, tijdens de forumdiscussie. „Ze zou zich veel zelfbewuster moeten opstellen.” Zijn stellingname, gebaseerd op Lukas 16:8 en 9: „Wees zo vindingrijk mogelijk als het Koninkrijk Gods op het spel staat.”
De predikant kwam in het voorjaar van 2000 in het nieuws toen hij in zijn gemeente een bokswedstrijd had georganiseerd, bij wijze van „parabel over zinloos geweld.” Wat hem betreft, ging het hier om een onderdeel van de liturgie, waarmee hij „contact” beoogde. „Dat heeft voor mij veel meer waarde dan prachtige diensten en exegetisch verantwoorde verhalen.” Ds. Röell betreurt het dat zijn collega’s er „niets van begrepen. De mensen die er waren, snapten het volledig.”
Maar ging het hier niet om een stunt? En krijg je daarmee wel echt contact? wilde Doude van Troostwijk weten. Ds. Röell verzekerde dat er „juist op zulke momenten een vonkje bij de ander kan overspringen.” Zijn alle middelen dan geoorloofd als het gaat om communicatie? vroeg iemand anders zich af. „Je kunt mensen wel lokken met zulke diensten, maar dan valt het de zondag daarna weer zo tegen.” Ds. Röell: „Het is hartstikke fijn dat we op deze manier jongeren toch kunnen bereiken.”
De aanwezigen konden gisteren ruimschoots gebruikmaken van hun mobieltjes. Het regende dan ook sms-reacties op de hun voorgelegde stelling „We communiceren het geheim kapot.” „Dogmatisme en confessionalisme hebben het geheim kapot gemaakt. Toch komt het weer boven. Vandaag bijvoorbeeld”, luidde er een. Het volgende sms’je was wellicht iets diepzinniger: „Ken je het geheim dan?”