„Vrouw overlijdt na fouten van medici”
De Inspectie voor de Gezondheidszorg en de weduwnaar van een 45-jarige inwoonster van Apeldoorn hebben zaterdag voor het medisch tuchtcollege in Zwolle een klacht ingediend tegen een verpleegkundige en een huisarts uit die plaats.
De vrouw kreeg in september 2002 acute hartklachten, die dezelfde nacht haar overlijden tot gevolg hadden. Dat was misschien te voorkomen geweest als er adequaat was gehandeld, maar helaas ging alles fout wat er maar fout kon gaan, zeggen de klagers. Zij vinden dat er een verkeerde inschatting van de klachten is geweest en een onduidelijke overdracht van de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) naar de huisartsenpost.
De man belde in september ’s morgens vroeg met 1-1-2, legde de klachten van zijn vrouw aan de verpleegkundige van de CPA en vroeg haar een ambulance te sturen. Van de twee ambulances die Apeldoorn voor haar 199.000 inwoners beschikbaar heeft, was de een onderweg naar Zwolle. De ander had piketdienst, wat betekende dat die niet binnen tien minuten bij de woning van de vrouw kon zijn. De verpleegkundige -die twijfelde tussen hartklachten en hyperventilatie- besloot de beschikbare piketambulance niet op te roepen, maar schakelde de doktersassistente van de huisartsenpost in. Ze vertelde niet dat zij geen ambulance kon sturen, maar zei „dat het misschien goed zou zijn als er een huisarts ging kijken.”
Vanuit de dokterspost bij het Julianaziekenhuis werd de man gebeld en gevraagd met zijn vrouw daar heen te komen. Dit gebeurde, maar bij aankomst bleek de dienstdoend huisarts naar een spoedgeval te zijn; hij had het niet nodig had gevonden de achterwacht te wekken.
De man kreeg van de assistente te horen dat hij maar vlug naar de eerste hulp van het Lukasziekenhuis aan de andere kant van Apeldoorn moest gaan. Ondanks een rit met een snelheid van 170 kilometer per uur bleek zijn vrouw bij aankomst overleden.
De klachten van de inspectie werden door de advocaten van de verpleegkundige en de arts verworpen. Zij menen dat de conflicten die er tussen inspectie, CPA en huisartsenposten zijn over het functioneren van die instellingen over de ruggen van hun cliënten worden uitgevochten. Voor die van de weduwnaar was meer begrip, maar toch zouden ook diens klachten moeten worden afgewezen. De verpleegkundige, die zaterdag het zwaarst onder vuur lag, geeft toe dat het achteraf bezien beter had gekund, maar houdt het erop dat zij „naar eer en geweten” heeft gehandeld. Haar advocate stelde dat de vrouw niet verantwoordelijk kan worden geacht voor het dilemma dat er zo weinig ambulances zijn. Hetzelfde geldt voor het ontbreken van een arts in de meldkamer. „Daar hebben wij in Nederland voor gekozen.”
De huisarts vindt dat hem niets te verwijten valt. Hij zegt dat hij op grond van de klachten zoals die hem bekend waren, de juiste beslissing heeft genomen.
De uitspraak is op 17 februari.