Binnenland

Weer levenslang geëist tegen bendeleider

Advocaat-generaal M. Kolkert heeft gisteren in hoger beroep levenslange gevangenisstraf geëist tegen de Koerdische bendeleider en drugsbaron H. B. Hij was „de spin in het web" van een criminele organisatie, die zich volgens Kolkert laat omschrijven als „de firma B., handelsonderneming in drugs en in dood en verderf."

ANP
8 November 2001 13:40Gewijzigd op 13 November 2020 23:15

De 45-jarige B. staat terecht wegens het regisseren van een moord in Istanbul en een gijzeling, en wegens het arrangeren van een ontvoering van twee mannen die het op zijn leven zouden hebben gemunt. Daarnaast wordt hem het uitlokken van een uiteindelijk niet uitgevoerde moord en een mislukt heroïnetransport verweten, alsmede het leiden van een criminele organisatie. De rechtbank in Breda veroordeelde B. in februari van dit jaar tot twintig jaar cel, na een eis tot levenslang.

De veroordeelde Turks-Koerdische bendeleider stuurde dinsdag tijdens zijn proces in hoger beroep zijn advocaat D. Moszkowicz de laan uit. De raadsman voldeed volgens B. niet meer, want het gerechtshof had een reeks door Moszkowicz gedane verzoeken afgewezen, mede omdat deze in een te laat stadium zouden zijn gedaan.

Deze verrassende ontwikkeling deed zich voor in de eindfase van het proces: het hof heeft de afgelopen vier weken een aantal getuigen gehoord en de feiten in de zaak en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte behandeld. Toen het hof dinsdag advocaat-generaal M. Kolkert het woord wilde geven voor zijn requisitoir, gaf B. te kennen dat hij zich wil laten bijstaan door een andere advocaat. Na een discussie daarover kwam het hof tot de conclusie dat het B. vooral om een vertraging dan wel blokkering van het proces was te doen, waarna Kolkert alsnog het woord kon nemen. Gisteren maakte hij zijn betoog af en eiste levenslang tegen B.

Wensen
B. deelde na afloop van het requisitoir –het moment waarop zijn advocaat zijn pleidooi had moeten houden– het hof mede dat hij de Amsterdamse advocate A. van der Plas bereid had gevonden namens hem op te treden. De raadsvrouw wil echter minstens vier maanden de tijd om het lijvige dossier te bestuderen. Het Bossche gerechtshof zal op 15 november over de wensen van B. beslissen.

En dat zal een heel lastige beslissing zijn, verzucht prof. Y. Buruma, hoogleraar strafprocesrecht aan de Universiteit van Nijmegen. „Hier speelt vooral de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een rol. Het punt waar het om gaat, is het misbruik van processuele rechten. En dat is een heel heet thema. Dat moet je met de allergrootste terughoudendheid bezien."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer