Werven IHC Caland blijven in handen Nederlanders
De werven van IHC Caland blijven in Nederlandse handen. Het maritieme concern verwacht overeenstemming te bereiken over verkoop aan de participatiemaatschappij van de Rabobank (Rapar) en het management van de werven.
Dat heeft IHC Caland vrijdag bekendgemaakt.
De verkoop levert IHC Caland niets op. Het boekverlies, waarvan de hoogte niet is bekendgemaakt, wordt in de resultaten over 2004 meegenomen. De werven IHC Holland en De Merwede staan voor 60 miljoen euro in de boeken.
Rapar neemt net als het management een minderheidsbelang in de scheepsbouwtak, terwijl IHC Caland tijdelijk een belang van 18 procent houdt. IHC Caland verwacht dat de transactie in de eerste weken van februari wordt afgerond.
Begin augustus besloot IHC Caland definitief de scheepsbouwactiviteiten te verkopen. De onderneming wilde zich concentreren op de activiteiten voor de offshore-olie- en -gasindustrie. De belangrijkste redenen waren de moordende concurrentie van vooral Koreaanse scheepsbouwers en problemen met een groot landaanwinningsproject in Singapore. Het bedrijf liet al eerder weten dat de kans groot was dat de werven in Nederlandse handen zouden blijven.
De bedrijvenbond CNV zegt blij te zijn dat de werven niet door een buitenlandse partij zijn overgenomen. „Nu blijft hoogwaardige technologische kennis in Nederland. Het had ook makkelijk aan een Chinees verkocht kunnen worden”, aldus een woordvoerder. De bond heeft er vertrouwen in dat het bedrijf een goede toekomst tegemoet gaat en dat er niet verder gaat worden gereorganiseerd.