Deze woorden kreeg de Oekraïense ambassadeur Maksym Kononenko woensdag te horen van ds. W. Mouw tijdens zijn bezoek aan de gemeente Neder-Betuwe op de internationale dag van het kind.

De predikant van de gereformeerde gemeente in Opheusden voegde de daad bij het woord door hem en zijn consul een Oekraïense Bijbel met dagboek te overhandigen. De hoogste vertegenwoordiger van Oekraïne in Nederland mocht ook een exemplaar voor president Zelenski in ontvangst nemen. „Het geloof is de motor van mijn volk. Wij kunnen niet zonder,” aldus Kononenko.

Verder bedankte hij het college van de gemeente Neder-Betuwe en de vertegenwoordigers van de commissie Ruth voor hun „lieve en behulpzame” werk voor de 115 weeskinderen die op twee locaties in Kesteren worden opgevangen. Volgens SGP-wethouder Marien Klein, die portefeuillehouder is voor onder meer onderwijs en kinderopvang, is er voor de weeskinderen vanaf komende maandag scholing geregeld. Het heeft enkele maanden geduurd om dat voor elkaar te krijgen omdat het in Kesteren om een unieke situatie gaat, die nergens anders in Nederland bestaat. „Dit zijn kinderen uit een weeshuis. Dat kennen we niet in ons land. Bovendien staan ze onder verantwoordelijkheid van de Oekraïense overheid.”

Volgens hem werken alle dertien basisscholen in de gemeente samen om deze „internationale klas” van de grond te krijgen en van het juiste onderwijs te voorzien. De kinderen krijgen vanaf komende week ’s morgens les in de Rehobothschool in Opheusden en ’s middags is er een activiteitenprogramma.

Burgemeester Jan Kottelenberg verzekerde de ambassadeur dat de opvang van de kinderen voortgezet wordt totdat ze veilig kunnen terugkeren naar hun eigen land. “We beschouwen dit als onze plicht. Ik ben trots op mijn burgers dat ze zich hier vrijwillig voor inzetten. Maar onze verantwoordelijkheid gaat verder dan alleen opvang van deze vluchtelingen. We zullen straks ook helpen Oekraïne weer op te bouwen.”

Beschermen

Kononenko, die pas enkele maanden ambassadeur is in Nederland, vertelde dat hij slechts één woord Nederlands kon spreken: oorlog. “En dat woord heeft een vreselijke klank. Daarom ben ik dankbaar dat jullie onze kinderen beschermen.”

Na zijn bezoek aan de burgerlijke overheid vertrok de ambassadeur naar het voormalige politiebureau in Kesteren, een van de twee opvanglocaties. Daar werd hij toegezongen door de weeskinderen die allerlei liedjes hadden ingestudeerd. Personeel van de Oekraïense weeshuizen wordt daar bijgestaan door vrijwilligers van de commissie Ruth. Volgens woordvoerder Pieter Slagboom van de organisatie zijn dat er in totaal zo’n 300. Het initiatief van de gereformeerde gemeenten in Opheusden en Kesteren wordt gesteund door plaatselijke ondernemers en de lokale overheid. “In alles wordt voorzien”, zegt Slagboom. „Over geld maken we ons geen zorgen. Zo hebben we in korte tijd door collecten en giften een bedrag van 2 ton opgehaald.”

Volgens Slagboom moest alles in korte tijd geregeld worden. “We zijn eerst begonnen met de uitvoering en pas daarna met de organisatie. Na een reis van 50 uur kwamen de vluchtelingen hier aan. Twintig vrouwen uit de gemeente hebben alle kinderen gewassen. De kleintjes met een beperking worden opgevangen door de Schutse. We krijgen hulp van alle kerken. Daar komen ook de vrijwilligers vandaan. Ook de huisartsencentra werken met ons samen. Dit is onze christenplicht. We kunnen niet anders.”