Jongeren vaker in de piepzak
Jongeren zitten minder lekker in hun vel. Vooral vrouwen en jongvolwassenen hadden in 2021 vaker te maken met psychische klachten dan daarvoor.
Dat valt op te maken uit de woensdag gepresenteerde Gezondheidsenquête van het CBS. In 2021 was 18 procent van de 12- tot 25-jarigen „psychisch ongezond”. In 2019 en 2020 ging het nog om 11 procent.
Vermoedelijk is de verminderde mentale gezondheid van jongeren te wijten aan coronabeperkingen, zegt CBS-hoofdsocioloog Tanja Traag desgevraagd. Al kunnen ook andere factoren een rol spelen. „Denk aan de krapte op de woningmarkt. Jongvolwassenen kunnen somber worden als ze maar geen huis kunnen vinden. De jongere van nu kampt met meer onzekerheden dan de jongere van tien jaar geleden.”
Jonge vrouwen
Bij jonge vrouwen is de psychische gezondheid het meest verslechterd. Waar in 2019 ongeveer 14 procent van hen tobde met mentale problemen, was dat in 2021 opgelopen tot 24 procent. Traag: „In zijn algemeenheid kun je zeggen dat mannen meer binnenvetters zijn en vrouwen er vaker met anderen over praten dat ze niet goed in hun vel zitten. Dat praten met anderen was in coronatijd echter moeilijker.” Ook meer jonge mannen kregen te maken met een slechtere mentale gezondheid.
Adolescenten (18-25 jaar) kampten in 2021 beduidend vaker met mentale problemen dan tieners (12-18 jaar). Van adolescenten was vorig jaar zo’n 22 procent ongezond, van tieners zo’n 12 procent. Traag over dat verschil: „Tieners wonen vaak nog bij hun ouders en zitten dus nog in een sociaal netwerk. Jongeren vanaf 18 jaar wonen vaak alleen en raakten in coronatijd dus nogal eens geïsoleerd. Bovendien raakte de pandemie juist de horecasector hard. Doordat horeca langere tijd dicht was, raakten adolescenten hun bijbaan kwijt en kregen ze meer stress.”
Aan het CBS-onderzoek over de mentale gezondheid van jongeren deden zo’n 1150 jongeren mee.
Negatief
Uit ander onderzoek van het CBS is gebleken dat 47 procent van de jongeren vindt dat de coronacrisis hun leven in het algemeen (heel) negatief beïnvloed heeft. Voor een iets kleiner deel (43 procent) had de crisis zowel een negatieve als positieve invloed. Jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) zeiden met 53 procent vaker dan tieners (38 procent) dat de coronacrisis hun leven (heel) negatief beïnvloed heeft.