Orbán: geen principeakkoord over embargo Russische olie
De Hongaarse premier Victor Orbán ontkent dat een Europees principeakkoord over een Russische olieboycot binnen handbereik ligt. Orbán wil voor zijn land „eerst oplossingen, dan sancties” voor hij zijn jawoord geeft, zei hij voor aanvang van een speciale EU-top over Oekraïne in Brussel.
De Europese Unie hoopt Hongarije met een voorlopige uitzondering op een beoogd invoerverbod op Russische aardolie over de streep te trekken door de boycot vooralsnog te beperken tot aardolie die over zee naar de EU wordt aangevoerd. Hongarije en andere Midden-Europese landen die via een pijpleiding over land Russische olie krijgen, blijven dan nog even buiten schot. Dat vindt Orbán niet genoeg. Hij wil „garanties dat als er iets gebeurt met die pijpleiding” Hongarije toch van olie wordt voorzien.
De pijpleiding loopt door Oekraïne. Een hoge Oekraïense functionaris zinspeelde er vorige week op dat „er wat mee zou kunnen gebeuren” en noemde de leiding „een drukmiddel”.
Duitsland en Polen, die ook Russische olie krijgen via de pijpleiding, zouden geen aanspraak willen maken op respijt. Zij kunnen ook olie per tanker aanvoeren. Onder andere Nederland en België volgen dat nauwlettend, omdat ze willen voorkomen dat de petrochemie in Rotterdam en Zeebrugge straks wordt weggeconcurreerd door Europese rivalen die nog wel goedkope Russische pijpleidingolie kunnen invoeren.
Een Europees importverbod moet een belangrijke inkomstenbron voor het Kremlin droogleggen. Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zei bij aankomst voor de top „lage verwachtingen” te hebben over een akkoord in de komende 48 uur over een zesde sanctiepakket.
Orbán viel de commissie, die het nieuwe sanctiepakket heeft voorgesteld, hard aan. Het dagelijks bestuur van de EU is volgens hem met de strafmaatregelen tegen de import van fossiele energie uit Rusland zomaar ineens een porseleinwinkel binnen gestommeld. De Hongaarse premier noemt dat „onverantwoordelijk gedrag”.