Er knapte iets bij de Nunspeetse burgemeester Breunis van de Weerd (59) in november 2021. Toen de spanningen rond de coronamaatregelen opliepen, besloot de SGP’er af te zien van een tweede ambtstermijn. „Ik lag wakker van overheidsplannen om ongevaccineerden uit te sluiten.”
„Onze burgemeester is er eentje uit de zwartekousenkerk. Laat er maar eens iemand komen die niet christelijk is.” Van de Weerd ving de verzuchting van een Nunspeetse vrouw per toeval op tijdens een boekpresentatie in een zaaltje. Ze had niet door dat haar burgervader op gehoorafstand zat.
„Ja, dit voorval is bij me blijven haken”, zegt de burgemeester van SGP-huize op zijn werkkamer in het gemeentehuis. De ontboezeming van de inwoonster was een van de „signalen” voor Van de Weerd om zich niet herkiesbaar te stellen voor een tweede zesjarige termijn als burgemeester. Woensdag nam hij afscheid van de gemeenteraad, deze vrijdag legt hij op de Nunspeetse Eibertjesdag de ambtsketting af. Op de dag af precies zes jaar na zijn installatie.
Met een opmerkelijke verklaring kondigde Van de Weerd in januari zijn vertrek aan als burgemeester. „Ik heb gemerkt dat ik –met name door de beeldvorming vanwege mijn persoonlijke geloofsovertuiging– de afgelopen twee jaar in deze tijden van polarisatie voor de Nunspeetse samenleving niet de bruggenbouwer en verbinder kan zijn die ik graag zou willen zijn.”
Zeker coronaperikelen trokken een zware wissel op Van de Weerd. Commotie ontstond in september 2021 toen bleek dat de burgemeester zich uit geloofsovertuiging niet liet vaccineren. In die periode wees hij de Nunspeters in een brief op de mogelijkheid van inenting.
Menigeen vond uw optreden tegenstrijdig en dubbel. Wat vindt u daarvan?
„Ik begrijp dat. In essentie gaf ik aan: „Als je bereid bent tot vaccinatie, doe het dan.” Feit is dat je na vaccinatie minder kans hebt om ernstig ziek in het ziekenhuis te belanden. Onlangs nog zei een collega-burgemeester tegen me: „Als je de brief goed leest, blijkt dat je geen gekke dingen hebt gezegd.””
Welke gemoedsbezwaren hebt u tegen vaccinatie?
„Mijn keus is heel persoonlijk. Ik heb in al die jaren mogen ervaren dat mijn leven wordt geleid. Vaccinatie zou voor mij een motie van wantrouwen zijn tegenover de Heere God. Zo beleef ik dat. Wel laat ik iedereen vrij in zijn keus, ook binnen mijn gezin. Als een van mijn zes kinderen zou zeggen: „Pa, ik kies wél voor vaccinatie”, leg ik hem of haar geen strobreed in de weg. Als er maar goed over is nagedacht.”
Drong de GGD er bij u op aan de Nunspeters aan te sporen tot vaccinatie?
„Nee, zo werkt dat niet. Ik maak me er wel zorgen over dat de rijksoverheid een extreme vorm van morele druk uitoefende op alle Nederlanders: „Ga nou die prik halen.” Als je je niet liet inenten, was je nog net geen crimineel. Maar toch wel een behoorlijk slechte burger. Niet-gevaccineerden kregen de schuld van de hoge besmettingscijfers. Ik voelde me zelf min of meer buiten de samenleving geplaatst.”
U schreef in januari dat u niet de bruggenbouwer en verbinder kan zijn die u graag zou willen zijn. Waarom niet?
„Tijdens de coronacrisis bouwden de spanningen in Nunspeet zich steeds meer op, net als elders in de samenleving. Telkens moest ik een nieuwe set coronaregels handhaven. Veel ondernemers voelden onvrede. Waarom mag mijn winkel niet open en kunnen bij de supermarkt tweehonderd mensen naar binnen? Op een gegeven moment kon ik de regels niet meer uitleggen. Bel Mark Rutte maar, was mijn reactie bij vragen. Spanning ontstond ook rond kerken. Bioscopen moesten dicht, kerken bleven open. Intussen lieten diverse reformatorische kerken, ook in de gemeente Nunspeet, honderden mensen toe.”
Verwijt u dat die kerken?
„Verwijten is een groot woord. Maar je kweekt er bij niet-kerkelijken natuurlijk geen begrip mee als je tijdens een coronagolf honderden mensen in je kerk toelaat. Integendeel, je zet er burgers mee op scherp en verhoogt spanningen. Op een gegeven moment bezocht ik in coronatijd zelf ook mijn eigen kerk, het gebouw van de gereformeerde gemeente in Nunspeet is groot. Veel burgers verweten me mijn kerkgang. Mensen plaatsen me als burgemeester nadrukkelijk in de reformatorische flank. Op zich begrijp ik dat.
In mijn rol van burgemeester vond ik het wijs dat diverse Nunspeetse kerken, met name in PKN-kring, het aantal kerkgangers in coronatijd drastisch inperkten. Ook al hadden ze op grond van de grondwettelijke godsdienstvrijheid meer mensen kunnen toelaten. Anderzijds begrijp ik als privépersoon heel goed een predikant die zei: „We mogen wel in de supermarkt brood kopen, zouden we dan niet geestelijk voedsel mogen halen?””
Leidt die scheiding tussen burgemeester en privépersoon tot innerlijke conflicten?
„Het is van alle tijden dat je in je rol als burgemeester soms een andere positie kiest dan dat je als individuele burger zou doen. Dat daar spanning zit, is niet heel gek. Sommige reformatorische Nunspeters dachten ten onrechte dat ik in 2018 wel even een streep kon zetten door een uitvoering van The Passion, een evenement waarbij het lijden van Jezus wordt uitgebeeld. Ze noemden dat theaterstuk godslasterlijk. Maar ik ga niet over de inhoud van zo’n festijn, ik moet er voor zorgen dat de veiligheid goed is geregeld, net als de beschikbaarheid van toiletten.”
Zeker toen politiek Den Haag in 2021 overwoog 2G in te voeren, kreeg Van de Weerd naar eigen zeggen „steeds meer moeite” om als burgemeester de rijksoverheid te vertegenwoordigen. Bij 2G-beleid krijgt iemand alleen toegang tot bijvoorbeeld een restaurant als die persoon is gevaccineerd of is genezen van corona. In Nederland kwam het uiteindelijk niet tot 2G. „Ik vind het heel beangstigend dat Den Haag 2G serieus heeft overwogen. Daarmee vloog de overheid ernstig uit de bocht. Met zo’n maatregel zou in Nunspeet ongeveer 30 procent van de bevolking zijn uitgesloten van diverse voorzieningen. Die antidemocratische tendenzen baarden me echt zorgen. Ik heb in die tijd een paar nachten wakker gelegen. En mijn zorgen zijn nog niet weg.”
Overwoog u vorig najaar op te stappen als burgemeester?
„Als 2G was ingevoerd, had dat gekund. Ik weet dat meer burgemeesters er zo in stonden. Zeker burgemeesters uit gemeenten met relatief veel ongevaccineerde allochtonen deelden mijn zorgen. We oefenden achter de schermen diplomatieke druk uit om af te zien van 2G.”
Wat vindt u van de redenering: 2G is bedoeld om de volksgezondheid te bevorderen. Als ongevaccineerden dan niet naar een restaurant kunnen, moet dat maar.
„De intenties van de overheid waren goed. Maar de uitwerking, via 2G-beleid, vind ik echt verwerpelijk. Ik ben er enorm van geschrokken hoe snel zo’n plan doorgevoerd had kunnen worden en hoe een groot deel van de samenleving zwaar in problemen had kunnen komen. Het is onverantwoord om ongevaccineerden, zo’n 15 procent van de Nederlandse bevolking, uit te sluiten van allerlei voorzieningen. In bijvoorbeeld het dorp Elspeet zou zelfs ongeveer de helft van de bewoners als zondebok zijn bestempeld.
Wezenlijk anders vind ik 3G-beleid. Dan mag je ook als ongevaccineerde een restaurant binnen, mits je je hebt laten testen. Ik ging zelf soms vijf keer per week naar Harderwijk voor een coronatest. Zonder morren. Van een ongevaccineerde mag je extra oplettendheid vragen. Problematisch vond ik wel dat de overheid niet aangaf wát ongevaccineerden dan extra zouden kunnen doen om verspreiding van corona te voorkomen.”
Stel dat er een virus gaat rondwaren dat veel gevaarlijker is dan het coronavirus. Vindt u in dat geval 2G gerechtvaardigd?
„Er zit een grens aan wat je als overheid van een burger mag afdwingen. Die ligt wat mij betreft bij 3G. Voor mij heeft 4 mei een veel zwaardere lading gekregen. Dan roepen we elkaar op tot waakzaamheid als het gaat om het behoud van vrijheid.”
Houvast
Van de Weerd haalde afgelopen jaren meer dan eens de krantenkolommen over kwesties waarbij zijn geloofsovertuiging een rol speelde. In januari 2017 zei hij tijdens zijn nieuwjaarstoespraak: „Ik verwacht dat het Evangelie het antwoord kan zijn op de krachten rond de polarisatie. Ik ben blij dat in onze gemeente velen de waarde van het geloof als houvast hebben.”
Dagblad de Stentor schreef: „De uitspraak is opmerkelijk voor een burgemeester, die boven de partijen moet staan.”
Zou u uw uitspraken in 2017 nu weer doen?
„Inhoudelijk denk ik er geen zier anders over. Maar in mijn uitlatingen naar de buitenwereld ben ik voorzichtiger geworden. Binnen de gemeente Nunspeet heb ik best discussies gevoerd en ook kreeg ik een aantal keren een tik op de vingers.”
Had u het gevoel met meel in de mond te moeten praten?
„Dat is overdreven. Wel ervaar ik in Nederland heel weinig ruimte om in de rol van burgemeester vanuit mijn eigen levensovertuiging iets te zeggen. Zodra je in de openbaarheid het woord ”Bijbel” of ”christelijk” laat vallen in betogen, staan er onmiddellijk een boel mensen klaar om je de mond te snoeren. Ik zou dan niet neutraal zijn.”
Critici kunnen zeggen: Als u het Evangelie bevoordeelt, doet u afbreuk aan de scheiding tussen kerk en staat.
„Onzinargument. De scheiding van kerk en staat is bedoeld om te voorkomen dat de baron of burgemeester bepaalt welke dominee er op de kansel staat. Iedereen is blij dat dat niet meer gebeurt. Onze samenleving heeft vogels van allerlei pluimage. Wat mij betreft mag het burgemeestersambt best een beetje worden ingekleurd door iemands levensovertuiging. Ook als de burgemeester, zoals ik als christen, tot een politieke flank behoort.
Maar afgelopen jaren werd de intolerantie naar christenen alleen maar erger. Dat baart me veel zorgen. Een voorbeeld. Aanvankelijk wilde D66-leider Kaag niet in een kabinet met de ChristenUnie. Ik heb me verbaasd over de wijze waarop ze CU-leider Segers in een hoek zette. Zo van: Het is een beste vent, maar vanwege zijn levensovertuiging doen we geen zaken met hem. Dan denk ik: Hoezo? Segers is toch democratisch gekozen? D66 pretendeert een zeer democratische partij te zijn, maar is zo ondemocratisch als het maar kan.”
Neemt u teleurgesteld afscheid van Nunspeet?
„Ik heb mijn ambt met veel plezier uitgeoefend. Ik houd van het bestuurlijke werk, het ten dienste staan van de samenleving. Daar krijg ik energie van. Alleen gaf de vraag hoe ik me moest uitlaten over sommige zaken voortdurend spanningen, ook binnen de gemeente Nunspeet.
De overheid bestreed de coronapandemie sterk vanuit de ratio en de wetenschap. In Nunspeet wonen relatief veel christenen en die ervaren de pandemie vaak anders, meer vanuit hun geloofsbeleving. Ik wilde daar wat woorden aan wijden in een column, en deed dat ook. In de trant van: Corona is ook een signaal om na te denken hoe we leven. Maar ik moest bij die persoonlijk getoonzette bijdragen voortdurend alert zijn. Stoot ik partij A voor het hoofd, of partij B?”
Regenboogvlag
Commotie ontstond ook in 2018 rond de regenboogvlag. Burgemeester Van de Weerd nam van vertegenwoordigers van de Nunspeetse homogemeenschap weliswaar de vlag in ontvangst, maar wilde die niet hijsen. De burgemeester zei destijds dat de gemeenteraad moest beslissen over de „gevoelige aangelegenheid”. In oktober 2021, op de zogeheten Coming-Outdag, hees ChristenUnie-wethouder Pieter Teeninga bij het gemeentehuis voor het eerst de regenboogvlag. Van de Weerd was niet bij dat moment.
Hoe kijkt u terug op de kwestie in 2018?
„Het hijsen van de regenboogvlag bij het gemeentehuis vind ik symboolpolitiek. Een klein deel van de Nunspeetse samenleving, de homogemeenschap, ziet het vlaghijsen als een overwinning. Maar een belangrijk deel van de bevolking heeft er moeite mee en zet de hakken in het zand. Dus ik denk dat de vlag polariserend werkt.”
Sander Kouwenberg, raadslid van PvdA/GroenLinks en voorvechter van het hijsen van de regenboogvlag, opperde in 2018 dat Nunspeetse homo’s liever in de kist belanden dan uit de kast te komen. Wat vindt u daarvan?
„Homo’s in Nunspeet worden in zijn algemeenheid echt niet belaagd of met de nek aangekeken. Ze worden gerespecteerd. Al sluit ik niet uit dat bijvoorbeeld in het uitgaansleven homo’s wel eens worden uitgescholden. De afgelopen jaren heb ik een vertrouwensband met de Nunspeetse homogemeenschap opgebouwd. We spraken van mens tot mens, avonden lang. Er is wederzijds begrip ontstaan. Ze weten precies hoe ik erin sta.”
Betoogt u in die gesprekken dat een seksuele relatie is voorbehouden aan een man en een vrouw?
„Ik vertel dat ik vanuit Bijbels perspectief de levenswijze van homo’s afwijs. Maar ik ben ook hun burgemeester en zie hen wel als volwaardig burger. Vanuit de homogemeenschap hoorde ik vaak: „Nunspeters respecteren mij wel, maar een deel van de samenleving accepteert me niet.” Ik moet zeggen dat ik wel een klik voel met de Nunspeetse homogemeenschap. We voelen elkaar aan en zitten als het ware in hetzelfde schuitje. Als ongevaccineerde had ik namelijk dezelfde ervaring. Mensen zeggen te respecteren dat ik me niet laat inenten, maar eigenlijk vinden ze het maar niks.”
U was van 2010 tot 2014 wethouder in Ede. Zit er verschil tussen de politieke cultuur in Ede en Nunspeet?
„Ja. Bedenk dat Ede met ongeveer 120.000 inwoners vier keer zo groot is als Nunspeet met zo’n 28.000 inwoners. De raad in Ede is veel diverser. Daar benadrukken partijen veel meer de onderlinge tegenstellingen, er worden vaker politieke spelletjes gespeeld. In Ede lagen in een raadsvergadering ongeveer vijf moties dan wel amendementen op tafel. In Nunspeet zijn dat er heel wat minder, namelijk zo’n tien tot vijftien in zes jaar.
De Nunspeetse raad is vrediger, dat zie je ook terug in de raad. Grofweg zijn de twee grootste vleugels de SGP en Gemeentebelang Nunspeet. Die partijen weten elkaar vaak te vinden vanuit de gedachte: Wat is goed voor de burger van Nunspeet? Tekenend is dat de raad zich eind vorig jaar unaniem achter de ondertunneling van het Nunspeetse station schaarde, een project van zo’n 45 miljoen euro. Bijzonder is ook dat alle partijen in het nieuwe college zijn vertegenwoordigd.
Toch is er ook een andere werkelijkheid. Als je een spade dieper steekt, merk je dat in de Nunspeetse samenleving een zekere onderhuidse spanning zit. De gemeente is grofweg opgedeeld in twee stromingen. Het kerkelijke tegenover het niet-kerkelijke volksdeel. Mensen uit die groepen praten vooral óver elkaar, maar veel minder met elkaar.”
Wat was voor u een hoogtepunt de afgelopen zes jaar?
„De opvang van Oekraïense vluchtelingen. Ik ben onder de indruk van de hulpvaardigheid en verbroedering in de Nunspeetse gemeenschap. Al kort na het begin van de oorlog kwam er een bus met pleegkinderen vanuit de Oekraïense stad Zjitomir. De hulp kwam uit alle hoeken en gaten. Vrijwilligers regelden zelfs in eerste instantie, zonder bij de gemeente aan te kloppen, onder meer een tolk en een trauma-arts. In totaal vangen we nu zo’n 250 Oekraïners op. Als ik dit voorjaar had moeten beslissen of ik door wilde als burgemeester, zou het antwoord mogelijk anders zijn geweest dan in november vorig jaar. Nee, er valt nu geen mouw meer aan te passen. Een nieuwe burgemeester mag in Nunspeet met een schone lei beginnen.”
Deelt u de analyse dat Nederlanders welwillender staan tegenover opvang van blanke christenen uit Oekraïne dan van bijvoorbeeld Ethiopiërs?
„De cultuur van Oekraïners ligt wat dichter bij ons dan de cultuur van bijvoorbeeld Ethiopiërs. Een heel wezenlijk verschil is dat voor iemand uit bijvoorbeeld Eritrea of Syrië vaak de weg is afgesneden. Oekraïners verwachten over enkele weken of maanden weer terug te reizen naar hun eigen land. Dat betekent voor ons ook een andere aanpak van beide groepen vluchtelingen, bijvoorbeeld wat betreft inburgering.”
Wat gaat u komende jaren doen?
„Ik ben 59 jaar en moet dus nog een aantal jaren de kost verdienen. Vanuit het Nederlands Genootschap van Burgemeesters kreeg ik het advies om drie maanden te ontstressen. Want als burgemeester stond ik 6 jaar lang 24 uur per dag aan. Misschien ga ik verder in het openbaar bestuur, misschien in het bedrijfsleven. In ieder geval hopen we, als dat vanwege een nieuwe baan mogelijk is, in Nunspeet te blijven wonen.”