Kleine schepen worden gebruikt om te pendelen tussen de Russische haven van Kozmino en de wateren bij Yeosu in Zuid-Korea. Daar wordt de lading overgeladen op supertankers voor het volgende deel van de reis naar China. Dit proces is ongebruikelijk voor ruwe ESPO-olie, een type Russische olie dat gewoonlijk in kleinere tankers wordt geladen voor een rechtstreekse reis van vijf dagen naar China. Volgens tussenhandelaren wordt deze vorm van uitvoer steeds meer gemeengoed, ondanks de hogere kosten en extra tijd. Het verladen van olie van kleine naar grote schepen is vooral gebruikelijk voor Ural-olie die in toenemende mate via lange-afstandstransporten van de Oostzee naar Azië wordt verscheept.

Kopers van Russische ruwe olie profiteren van stevige kortingen ten opzichte van de wereldwijde referentieprijzen nu veel landen en bedrijven de handel met Moskou mijden vanwege de oorlog in Oekraïne. Goedkope olie heeft het voor grote verbruikers als China en India aantrekkelijk gemaakt om te blijven importeren uit Rusland ondanks de sancties tegen dat land en de toenemende logistieke en financiële obstakels.

Het aantal reders en verzekeraars dat bereid is om ladingen uit Oost- en West-Rusland te behandelen, slinkt, aldus scheepsagenten. Dit creëert ook een logistieke uitdaging voor producenten en kopers, aangezien zij met minder tankers werken en moeten nagaan hoe de nog wel beschikbare schepen het best kunnen worden ingezet.

De opleving van het coronavirus in China heeft daarbij gezorgd voor een mindere vraag naar ruwe olie dat van ver moet komen. Dat heeft weer geleid tot een overaanbod van supertankers. De overvloed aan grotere schepen betekent dat de zeldzame ESPO-overdracht van schip naar schip vaker zou kunnen voorkomen.