Brancheorganisatie vreest gevolgen van bijna gratis kinderopvang
Als de kinderopvang vanaf 2025 voor 95 procent door de overheid wordt vergoed, zoals het kabinet wil, zal volgens de Brancheorganisatie Kinderopvang (BK) het personeelstekort in de sector alleen maar toenemen door de stijgende vraag. De organisatie stelt dat dan in de komende tien jaar 50.000 extra medewerkers nodig zullen zijn. „Dat is een ongekend groot aantal.”
Los van de personeelskrapte die alleen maar groter wordt, trekt de brancheorganisatie in twijfel of het wel iets gaat opleveren. „Een hogere vergoeding leidt vooral tot vervanging van informele opvang door opa en oma”, stelt de BK. Of de arbeidsparticipatie erdoor toeneemt, zoals het idee is, valt volgens de organisatie te bezien.
„Hogere kosten voor de maatschappij dus, zonder opbrengst in termen van extra werkenden”, stelt voorzitter Emmeline Bijlsma. Haar organisatie is om die reden ook kritisch over het voornemen om het aantal gewerkte uren los te koppelen van het aantal uren opvang.
Wat volgens de BK wel hard nodig is, is het verlagen van de werk- en regeldruk. Dat is een punt waar ook de Sociaal-Economische Raad (SER) op hamert. Het adviesorgaan ziet een belangrijke rol weggelegd voor de kinderopvang in het tegengaan van personeelstekorten. Mensen die een baan hebben, zouden wat de SER betreft geholpen moeten worden om meer te werken. Kinderopvang maakt dat mede mogelijk.
De Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) vindt dat de SER hiermee „de spijker op zijn kop slaat”. Anders dan de BK is de BMK juist wel enthousiast over het plan om de opvang bijna gratis te maken. Die keuze betekent „dat we op langere termijn grotere problemen op de arbeidsmarkt én in onze welvaart voorkomen”, stelt de organisatie. „Kinderopvang is belangrijk voor de ontwikkeling van ieder kind en daarnaast goed voor onze economie.” Volgens de BMK zijn de personeelstekorten in de zorg en de kinderopvang direct opgelost als iedere medewerker één uur per week meer zou gaan werken.