„Nederlandse Hervormde Kerk sloot inzake abortus verbond met tijdgeest”
Het rapport over abortus dat in 1971 in opdracht van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) werd geschreven, is een voorbeeld van hoe een kerk een verbond kan sluiten met de tijdgeest.
Dat schrijft ethicus Theo Boer in het deze vrijdag verschenen boek ”De Linkse Kerk. Hoe calvinistisch Nederland steeds dezelfde afslag neemt.”
In het hoofdstuk dat de ethicus voor zijn rekening neemt, gaat hij uitvoerig in op het rapport van de Raad voor Kerk en Gezin. Daarin werd onder meer betoogd dat een zwangerschapsafbreking soms een moreel verplichte keuze is. Ook werd artsen aangeraden om niet te veel empathie met het ongeboren leven op te brengen, schrijft Boer.
Het kan volgens het rapport zo zijn dat een abortus een plicht is. Als een vrouw daar dan niet voor kiest, is zij „ongehoorzaam ten aanzien van de Heer” en brengt zij „haar geloof als zodanig in gevaar.” Zeker als blijkt dat „het kind inderdaad niet geboren had mogen worden”, heeft de vrouw „beslist” vergeving nodig: „de vergeving omdat zij, tegen haar inzicht in, de abortus provocatus niet heeft laten toepassen.”
Boer beschouwt dit als „een van de dieptepunten van het rapport: de stelling dat men door niet voor een abortus te kiezen zijn geloof in gevaar kan brengen en daarmee in feite wellicht ook zijn zielenheil.”
Een vrouw kan ten onrechte ervoor kiezen een kind geboren te laten worden, maar het omgekeerde kan ook: dat zij achteraf spijt krijgt van een abortus, zo beschrijft Boer de inhoud van het stuk. In dat geval, zo staat in het rapport, „zal de pastor op geëigende wijze mogen spreken over de vergeving der zonden, over de vergeving en de vrijheid die de Heer, in de ontmoeting met Hem, schenken wil, over de vrijheid om, ongebonden door het verleden, de toekomst tegemoet te leven.”
Boer: „Het goede nieuws schijnt dus te zijn dat er vergeving van zonden mogelijk is voor vrouwen die besloten hebben om abortus te ondergaan.”
Hoewel de synode het abortusrapport verwierp, is de toon, methode en conclusie van het stuk volgens Boer „geen uitzondering.” De openingszin, waarin staat dat het rapport uitgaat „van de feitelijke situatie dat de abortus provocatus in steeds toenemende mate wordt toegepast” noemt hij „typerend voor de wijze waarop deze kerk in de cultuur wilde staan.” In een later rapport uit 1972, over euthanasie, ziet Boer een vergelijkbare gedachtelijn als in het stuk over abortus.
„Hoe kan”, werpt Boer op, „een mainstream kerkgenootschap zulke progressieve standpunten innemen?” Naast de radenstructuur en het theologische en maatschappelijke klimaat is er „misschien nog een verklaring”, namelijk dat veel conservatieve gelovigen uit de vaderlandse kerk waren vertrokken, stelt hij.
Naast Boer leverden onder andere historicus Roelof Bouwman en PVV-Tweede Kamerlid Martin Bosma een bijdrage aan het boek. Behalve abortus komen ook thema’s als de vredesbeweging, de naoorlogse discussie over Israël in de Protestantse Kerk, de milieubeweging en de ChristenUnie aan bod. Het boek is geschreven onder redactie van Syp Wynia en dominee Henk-Jan Prosman.