Covra krijgt meer ruimte voor bewaren hoogradioactief afval
In de bijna twee meter dikke betonnen muren is meer dan duizend ton staal verwerkt. De imposante nieuwe vleugel van het complex waar radioactief afval uit heel Nederland centraal wordt bewaard, is donderdag in gebruik genomen.
De Centrale organisatie voor radioactief afval (Covra) in het Sloegebied bij Vlissingen vierde donderdag een feestje. Na een bouwperiode van vijf jaar werd het nieuwe gedeelte van het hoogradioactief afvalbehandelings- en opslaggebouw van de Covra –kortweg habog– officieel geopend.
Al sinds het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw verwerkt en bewaart de Covra kernafval uit de kerncentrale in Borssele, onderzoeksreactoren, laboratoria, ziekenhuizen, de chemische industrie, weg- en waterbouw en de offshore.
Goed beschermd
Omdat de politiek heeft besloten de kerncentrale in Borssele en de onderzoeksreactoren in Petten en Delft langer open te houden, was een capaciteitsuitbreiding nodig bij de Covra voor het opslaan van het nucleaire restmateriaal dat deze bedrijven produceren.
In 2018 werd gestart met de realisering van een aanbouw aan het bestaande habog. Die uitbreiding oogt als een kist die in een grotere kist –het oorspronkelijke gebouw– is te schuiven. In de gepantserde en zwaar beveiligde nieuwe ruimte kan in totaal 50 kubieke meter aan radioactief afval in hermetisch afgesloten betonnen schachten worden bewaard. Samen met de 110 kuub aan afval dat al in het bestaande habog wordt opgeslagen, komt de totale opslagcapaciteit van het Covra-complex daarmee op 160 kuub.
Directeur Jan Boelen van de Covra zei donderdag de nieuwe vleugel met trots in gebruik te nemen. Hij vertelde dat het gebouw zeer robuust is, waardoor de buitenomgeving zeer goed beschermd is tegen de stralingsniveaus van wat er binnen in de bunker is opgeslagen. „De betonnen muren van het gebouw zijn 1,70 meter dik”, zei Boelen.
Kunstwerk
Volgens de directeur bestaat meer de helft van het bouwwerk uit beton. „Er is zo’n 8000 kuub beton in verwerkt. Daarnaast zit er ook nog 1200 ton staal in. De betonnen bunker is zó stevig geconstrueerd dat die bestand is tegen extreme situaties als een aardbeving, een overstroming, een windhoos, gasexplosie, terreuraanslag en zelfs een neerstortend vliegtuig. Ik denk dat ik wel kan zeggen dat dit een van de meest veilige gebouwen van ons land is.”
In een videoboodschap zei minister van Financiën Sigrid Kaag dat de groei van de Covra ook past bij de voornemens van het kabinet om stappen te zetten naar de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Een verantwoorde toepassing van nucleaire technologie nu en in de toekomst is volgens haar alleen mogelijk als er goed voor het afval wordt gezorgd.
Directeur Boelen beaamde dit volmondig, hij verwacht dat het habog zeker tot het eind van de volgende eeuw mee kan. Maar zo lang zal niet nodig zijn, want in het jaar 2100 moet het dan regerende kabinet een besluit nemen over de eindberging van ons hoogradioactief afval. Mogelijk zal het afval rond 2130 diep onder de grond in aardlagen definitief worden opgeborgen.
Het habog is naast een opslaggebouw ook een kunstwerk. Het gebouw is oranje geschilderd, maar elke twintig jaar zal het een tint lichter worden geschilderd, waarmee het verval van de radioactiviteit van het bewaarde materiaal wordt gesymboliseerd. Uiteindelijk, als het afval zijn straling heeft verloren, zal het gebouw helemaal wit zijn.
Bezoekers
„Tijd is onze beste vriend”, onderstreept Boelen. „Naarmate de tijd verstrijkt en het radioactief materiaal verliest aan straling, wordt het beter beheersbaar.”
De Covra is het enige bedrijf in Nederland dat kernafval mag opslaan. Het opereert als een private onderneming, maar alle aandelen zijn sinds haar oprichting in handen van de Staat.
Het opvallende Covra-gebouw in het Sloegebied verwelkomt jaarlijks zo’n 2500 bezoekers: van scholieren en huisvrouwen tot bedrijven en politieke partijen. Boelen is daar blij mee. „Wij hebben geen geheimen.”