Defensie-inspectie: veiligheid binnen krijgsmacht moet beter
De Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) adviseert de krijgsmacht in haar jaarrapport „alert te zijn op de eigen veiligheid”. Zonder goede veiligheidssystemen kan de organisatie steeds onveiliger worden en „vroeg of laat zelfs door de ondergrens zakken”.
Dat de veiligheid onder druk staat, ziet de IVD terug op verschillende manieren. Onder meer door het beperkte opleidingsniveau van defensiepersoneel. Zo is er weinig opleidingscapaciteit en niet veel tijd om opleidingen te kunnen volgen. Militairen gaan daardoor soms slecht voorbereid aan het werk. Ook de hoge werkdruk onder militairen draagt volgens de inspectie bij. „Waar vroeger een militair op een schip één rol of taak moest uitvoeren, worden tegenwoordig rollen gestapeld.”
Volgens de IVD ligt de basis voor structurele aandacht voor veiligheid bij de inrichting van een professioneel veiligheidsmanagementsysteem. „Zo’n systeem geeft inzicht in de belangrijkste veiligheidsrisico’s, zodat de organisatie daar weloverwogen mee kan omgaan”, schrijft de inspectie, waarvoor Defensie tijd, mensen en geld moet vrijmaken binnen alle krijgsmachtonderdelen.
Door de bezuinigingen van de afgelopen drie decennia moest Defensie met minder middelen, materiaal en mensen haar doelen verwezenlijken. Ook kwamen er meer doelen bij, zoals de inzet bij vredesmissies. Volgens de IVD werd de organisatie wel gedwongen doelmatig te blijven werken volgens het adagium ‘als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan’. Zo raakte Defensie steeds meer op afstand van de gestelde veiligheidsnormen.
De inspectie vindt dan ook dat een deel van het Defensiebudget niet alleen naar gevechtskracht en nieuw materiaal moet gaan, maar ook naar veiligheidsmaatregelen. „Defensie zou zichzelf, haar personeel en de samenleving een grote dienst bewijzen door in de planvorming en alle vervolgstappen op weg naar realisatie expliciet aandacht aan veiligheid te besteden.”