CDA en PvdA blijven knokken voor fietsveer Breukelen
CDA en PvdA in de Tweede Kamer leggen zich nog niet neer bij de dreigende verdwijning van het fietsveer tussen Breukelen en Nieuwer ter Aa over het Amsterdam-Rijnkanaal.
In een nieuwe set schriftelijke vragen aan infrastructuurminister Harbers (VVD) richten de Kamerleden Van der Molen (CDA) en De Hoop (PvdA) hun pijlen onder meer op de kwaliteit van de onderzoeken die zouden uitwijzen dat de pont een nautisch veiligheidsrisico vormt.
Zo zou Rijkswaterstaat voor haar onderzoeken geen gebruik hebben kunnen maken van nauwkeurige AIS-data over een langere periode omdat de pont pas recent is uitgerust met het elektronisch kaartsysteem ECDIS. Een belangrijk deel van de conclusies uit de Quick Scan van het Maritime Research Institute Netherlands (Marin) lijkt tot stand te zijn gekomen op basis van een gesprek met een schipper die een officiële waarschuwing heeft gehad van Rijkswaterstaat vanwege roekeloos varen en inmiddels ontslagen is, aldus Van der Molen en De Hoop.
De twee wijzen er ook op dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) naar aanleiding van een aanvaring met de pont met dodelijke afloop in 2010 feitelijk en technisch onderzoek heeft gedaan en geconcludeerd heeft dat er geen structurele veiligheidstekorten hebben plaatsgevonden.
De rechtsvoorgangers van Rijkswaterstaat en Waterschap Amstel Gooi en Vecht sloten in 1888 een convenant over „een vaste of varende oeververbinding” over het Amsterdam-Rijnkanaal. Van der Molen en De Hoop betwijfelen of Harbers hun de oorspronkelijke overeenkomst heeft doen toekomen en willen daar alsnog inzage in. Dat de juridische waarde van het convenant laag is, zoals Harbers in antwoord op eerdere vragen poneerde, trekken de twee in twijfel: al sinds 1888 houdt de overheid zich aan de daarin opgenomen verplichtingen.
CDA en PvdA willen ook dat Harbers zijn stellingname dat op het Amsterdam-Rijnkanaal bij Breukelen sprake zou zijn van „een toenemend aantal grote schepen” met metingen onderbouwt.