De Kamer sprak de hele dag met zeventien deskundigen over de langetermijnstrategie voor de bestrijding van de coronacrisis en een eventuele volgende pandemie. Vrijwel allemaal hadden ze vanuit hun vakgebied kritiek op de Nederlandse houding die te afwachtend en te vrijblijvend zou zijn.

Van Ranst zei te begrijpen dat het moeilijk is om het aantal bedden op de intensive cares op te schalen omdat het niet eenvoudig is om snel genoeg mensen te vinden. „Maar wanneer de weg lang is, kan je maar best zo snel mogelijk de eerste stap zetten. En het is ook weer niet zo moeilijk als een man op de maan te zetten”, zei de professor virologie in Leuven en adviseur van de Belgische overheid. Hij vindt dat verpleegkundigen te vaak gezien worden als „halve heiligen”, terwijl de arbeidsvoorwaarden verbeterd zouden moeten worden.

Eerder op de dag waarschuwden zorgexperts dat het coronabeleid nog verder uitgewerkt zal moeten worden. „Je moet je voorbereiden in vredestijd, en dat zie ik niet”, zei gezondheidseconoom Xander Koolman. Hij vindt dat de zorgcapaciteit flexibeler moet worden, zodat een eventuele nieuwe coronagolf normaal opgevangen kan worden, „omdat anders nieuwe lockdowns dreigen.”
GGD-directeur covid-19-bestrijding Eikelboom wees erop dat het na de start van een nieuwe vaccinatieronde gemiddeld zo’n zes weken kost voor de gezondheidsdienst kan opschalen naar anderhalf miljoen vaccinaties per week. Van het kabinet heeft de dienst dan ook tijdig „een go of no go-besluit nodig”, zei hij.

In reactie op de expertmeeting zei zorgminister Kuipers later op de maandag tegen de NOS dat ook hij terdege rekening houdt met een opleving van het virus, komend najaar. „Maar de sectoren en de burgers zeggen zelf: „Laat ons de regie nemen.” Corona is echt van ons allemaal, Den Haag is niet meer alleen verantwoordelijk”, voegde hij daaraan toe.

Wat hij als bewindsman kan doen, „is het goed monitoren van het virus, zo nodig een nieuwe vaccinatieronde afkondigen en de zorg stimuleren om alle maatregelen te nemen. Maar dan is tegelijkertijd de vraag aan de school of aan de restauranthouder: Wat doe je in je eigen omgeving?”, aldus Kuipers tegenover de NOS.