Dat zei bestuurslid D. van der Sluis zaterdagmiddag in Barneveld tijdens de jaarlijkse ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust en de Zondagsheiliging. Voorzitter mr. L. Vogelaar was door ziekte verhinderd.

Vogelaar werd in het bestuur herkozen. P. J. Mourits (Oud-Beijerland) werd nieuw in het bestuur gekozen.

Achterliggende jaren konden kerkgangers niet naar de kerk gaan als gevolg van de coronapandemie. „Hoe hebben wij dit ervaren? Er blijft schuld over”, zo vroeg Van der Sluis de ongeveer zeventig aanwezigen verwijzend naar Psalm 84. De dichter van die Psalm, waarschijnlijk David, was ook verstoken van het opgaan in de tempel. „Hij bezweek van verlangen om in Gods voorhoven te zijn. Is dat ook onder ons gevonden in de achterliggende twee jaar. Ervaren we het nu als een groot wonder dat we weer naar Gods huis kunnen?”

De vereniging verspreidde ook achterliggend jaar opnieuw een magazine in verschillende steden. Dit keer in Midden- en Oost-Nederland, in plaatsen zoals Almelo, Deventer en Ede. In totaal ging het om 390.000 exemplaren. De vereniging ontving daar weinig positieve reacties op, zo bleek tijdens de vergadering. Wel kwamen er „spottende” reacties op binnen, deelde Van der Sluis mee. „Er wordt dan zo afgeven op het reformatorisch volksdeel. Terwijl wij als bestuur geprobeerd hebben niemand te kwetsen en iedereen in zijn waarde te laten.” Verschillende reacties noemde hij te „vreselijk” om voor te lezen. „Toch mag dat ons niet onthouden om ons werk te doen.”

Minister

Het bestuur sprak recent ook met minister Yeşilgöz-Zegerius van Eredienst. „Zij was goed op de hoogte van ons werk, zo bleek tijdens de ontmoeting”, aldus Van der Sluis. Op het ministerie hoorde het bestuur ook dat de regering bezig is met de herziening van de Winkeltijdenwet. De vereniging wordt van de ontwikkelingen op de hoogte gehouden, meldde Van de Sluis.

Om goed beslagen ten ijs te komen gaf het bestuur vorig jaar een flink bedrag uit aan het juridisch kenniscentrum van de vereniging, meldde penningmeester A. G. Rietveld. De vereniging vroeg een jurist uit te zoeken welke ruimte er voor de vereniging is nu er recent „verschillende juridische uitspraken rond de sluiting” van winkels zijn gedaan.

Getrouw

Ds. P. den Boer, predikant van de oud gereformeerde gemeente te Ochten sprak een slotwoord over Openbaring 1:9-11a. De predikant schetste hoe Johannes „in de geest op de dag des Heeren” op het strand van het eiland Patmos was. Daar was een weg aan vooraf gegaan van zijn ontdekking, beproeving, roeping, en zending. „Hij heeft de Heere mogen volgen. Wat heeft Johannes in Hem mogen zien? Zijn gepastheid, Zijn algenoegzaamheid.”

Onder de prediking van Johannes in Eféze „werden er velen getrokken. Maar waar de Heere Zijn kerk bouwt, komt alles in opstand. Zo is Johannes verbannen naar Patmos. Waarom was hij verbannen? Omdat hij het Woord Gods getrouw predikte, omdat hij Christus predikte als het enige middel ter zaligheid.”

Ds. Den Boer wees op het belang van het werk van de vereniging voor Zondagsrust en Zondagsheiliging. „Als God in ons leven komt worden Zijn deugden afgedrukt in het hart. Dan vloeit daar ook liefde tot Zijn Woord, Zijn Wet en tot Gods huis en tot Zijn volk uit voort.”

De Heere heeft Zijn dag geheiligd, zei de predikant. „De eerste christenen hebben die dag ook mogen heiligen. Ook de dag des Heeren is door de Heere ingesteld. Hoe wordt de dag des Heeren door ons doorgebracht? In overdenking, in de afzondering? Gods lieve dag wordt meer en meer ontheiligd. Smart het ons nog? Maar laten wij in dat alles bij onszelf blijven. Dat we met alles in de schuld mogen komen.”

En op die eerste dag verscheen de Heere Jezus Zelf aan Johannes, zegt Openbaring 1. „Onverwachts kwam de Heere Zelf. Is dat al eens gebeurd in het leven? Dan brengt Hij alles mee. Waar komt het op aan? Dat er een waar Goddelijk begin is.”

Dan zal de Heere ook „de Voortzetting en de Laatste zijn”, aldus de Ochtense voorganger. „Want er staat: Hij die in u een goed werk begonnen is, zal het ook voleindigen. Dan zal Hij Zijn kinderen bij de hand nemen en bij de hand houden. En dan zal de eeuwige rust beginnen, de eeuwige dag des Heeren. Dan zullen ze Hem eeuwig zien in Zijn schoonheid. Dan zijn er geen dagen van afzwerven meer.”